Een verschrikkelijke zondagmiddag
Het geluid van de deurbel gaat door merg en been.
Daar staan ze, voor de deur, met ‘snoezerige’ cadeautjes – zoals mijn moeder altijd zegt. De vredige zondagmiddag wordt bruut verstoord. Natuurlijk had ik deze visite-coupe al maanden in de nauwkeurig, bijgehouden agenda van moeders kunnen opmerken, maar dat was helaas niet het geval. Het kwam als een donderslag bij heldere hemel.
Met pijn en moeite sluit ik Netflix af, hijs mezelf in een nette broek, doe een pet op en loop met lood in mijn schoenen de trap af – die mij rechtstreeks leidt naar de woonkamer.
‘Ach, wat leuk! We zeiden al tegen elkaar; zou Nick er ook zijn?’ Ik lach wat ongemakkelijk en weet niet hoe snel ik naar de kat moet lopen – ik ben totaal geen kattenmens, maar op de een of andere manier weet de kat mij altijd te redden tijdens onverwachte, ongemakkelijke visite-interventies.
Alle stoelen, banken en krukken worden ingezet om de visite een prachtige en vooral comfortabele zitplek te bieden. Ik speel nog steeds – totaal niet geforceerd – met de kat om eventuele vragen over mijn studie, bijbaantje en leeftijd te ontwijken. Het groepsgesprek komt wat hakkelig opgang.
Het gaat allemaal een beetje langs mij heen. Ik kijk naar de kleding, de gezichtsuitdrukkingen en onverwachte bewegingen.
Plotseling kijkt de hele groep mij aan. Geen idee waarom, maar de kat kan mij op dit moment niet redden.
Wat moet ik zeggen? Proberen ze mij voor het blok te zetten? Worden er complotten gevormd?
Ik heb geen idee. Koortsachtig sluipt er een gedachte mijn hersenen binnen: ik moet hier weg. Doormiddel van een nep telefoongesprek ontspring ik de dans. Binnen een paar seconden zit ik weer veilig op mijn eigen kamer.
Ik druk op play en beland weer in de complexe drugsdeal, waarin vijf Colombianen rond een tafel elkaar met argwanende ogen aankijken.
Zou ik te veel Netflix kijken?