Versnelling
Snel, snel, snel, opzij, opzij, opzij… Wij gaan steeds meer in de versnelling. Ergens op wachten kunnen we echt niet meer opbrengen. Als een foto na een milliseconde niet naar voren komt op je smartphone, begin je al geïrriteerd te raken. Als die auto die linksaf wil slaan te lang blijft stil staan gaan we toeteren. Als een pijl, als een afgeschoten projectiel moeten wij overal op af. Komt dat uit de sport? Uit het voetbal overgenomen. Zo hard en strak en snel mogelijk die pass naar de midvoor, de linksvoor en de spits? Tsjak, tsjak, tsjak, goal! In ieder geval begint het mij op te vallen dat niemand meer kan wachten en dat snelheid met alles geboden is. Een heleboel kan ook snel tegenwoordig, via internet worden de meeste gekochte spullen de volgende dag alweer afgeleverd en de bestelbusjes van de diverse postbestelbedrijven rijden af en aan, ook weer snel en die kunnen ook weer niet wachten op die oudere dame die wil oversteken, door dorpen en steden. We hebben geen tijd meer, geen seconde over voor iets, alles is gepland, alles kost geld, tijd is geld. De planning mag niet in het honderd lopen. Welke planning eigenlijk? Waarom doen we toch zo? Je kunt gewoon echt rustig even wachten op die foto. Laat die fietser even lekker voorgaan joh, hij staat anders een paar minuten in de regen op al die auto’s die in file voorbij rijden te wachten tot er een gaatje komt. Die mevrouw met drie boodschapjes in haar mandje kun je toch voor laten gaan? Of hebben we haast, haast om je kind van school te halen? Haast om op tijd op je werk te zijn? Je kunt ook wat eerder weggaan, of je kind wacht eventjes op de stoep. Het grote nadeel is niet alleen dat we elkaar steeds meer gaan irriteren door al die haast en snelheid, maar dat wij elkaar ook niet meer gaan zien. Omdat we zo gefocust zijn op zo snel mogelijk weer door, vergeten we naar elkaar te kijken, naar elkaar om te kijken, voor elkaar te zorgen, elkaar te helpen. Rustig en bedaard.