Ik heb geen tijd
Opeens was het daar, tijd. Dat waarvan we vinden dat we het altijd te kort komen en tegelijkertijd het meest verspillen. Opeens had ik er te veel van, een te veel aan tijd. Ik had opeens tijd om na te denken en iets te vinden van het leven, mijn leven.
Door het teveel aan tijd, voelde het alsof ik er te weinig van had. Mijn ontslag voelde als een stap terug en zo klopte opeens mijn planning niet meer. Niet dat ik een planning heb, want plannen is voor mensen die dat kunnen, ik kan het niet vandaar ook mijn ontslag. Ondanks mijn gebrek aan planningen en plannen, voelde het alsof ik achter liep. Als ik één ding heb geleerd van planningen, dan is het wel dat als je achter loopt je ergens tijd te kort gaat komen. Terwijl niemand weet, hoeveel tijd we eigenlijk hebben. Dus ik besloot mijn te veel aan tijd, niet te beschouwen als een tekort, maar als alternatieve route. Zoals je die neemt als je op een zwarte zaterdag besluit naar het zuiden van Frankrijk te rijden. In mijn hoofd zag ik de verwachtte aankomsttijd op de navigatie verspringen. Ik besteedde mijn teveel of tekort aan tijd aan nadenken, zelfreflectie en actie. Ik besloot dat ik mijn werk niet ben. Ik besloot iemand te zijn zonder baan en zo kwam ik erachter dat ik veel meer ben. Ik besloot mijn carrière niet meer te zien als succesfactor voor een gelukkig leven en de bijkomende drukte te gebruiken als verdovende drug. Mijn behoefte aan status en geld geven mijn relaties niet meer diepgang en maken mijn geluk niet groter. Aandacht en tijd doen dat wel.
Aanstaande maandag begin ik aan een nieuwe baan in de Utrechtsestraat. Een kwartier fietsen. Twee uur minder dan ik hiervoor per dag aan reistijd kwijt was. Hiermee bespaar ik 19 dagen per jaar, het wettelijk minimum aan vakantiedagen. Dit betekent dat ik meer tijd heb, veel meer tijd. Dus hier zit ik in dan op maandagochtend, in de zon in Amsterdam op het terras met een glas wijn in mijn hand. Na te denken over wat ik allemaal kan gaan doen, met zoveel tijd.