Ik proost op jullie, proost jij op hen?
Mijn zusjes zijn vertrokken, terwijl mijn ene zus hard aan het knokken is om haar baret bij defensie te halen, bivakkeert mijn andere zus op dit moment op Ameland om daar centjes te verdienen. Ik heb een WAJONG uitkering, ik werk niet. Altijd zijn we met z’n drieën geweest, simpelweg omdat we met z’n drieën op de wereld zijn gekomen. Nu zijn we twintig en krijgen zij de kans om hun leven meer invulling te geven. Net zoals vele andere twintigers in mijn omgeving. Ze gaan stappen, studeren en hebben de energie om leuke dingen te doen. Ik heb dat niet. Mijn huis is mijn wereld en de bank mijn leven. En terwijl ik dit schrijf zijn er zoveel met mij. Zoveel jonge meiden en jongens die vergeten worden. Die voor elk uurtje extra socializen, fysiek een grote prijs moeten betalen. Die elke dag weer knokken om uit bed te komen.
Wij lezen mee op Facebook en Twitter hoe jullie een leven leiden dat voor ons zo ver weg lijkt. Een leven dat we ook willen, maar sommigen van ons nooit zullen krijgen. Ik ben blij voor jullie dat het leven aan jullie voeten ligt en de kansen voor het grijpen zijn, maar mag ik een klein momentje om jullie er op te wijzen dat jullie zulke ongelofelijke bofkonten zijn? Dat er in ieder dorp en iedere stad iemand woont die droomt van een leven zoals jullie? Hoe vanzelfsprekend fysieke en mentale gezondheid ook lijkt te zijn, wij weten beter. We mogen niet vergeten worden. Dus voordat je jezelf op zaterdagavond gaat bezatten of de deur uit wandelt richting jouw werk of school, stuur je jouw zieke buurman, studiegenootje of kennis even een kaartje, bel je je overspannen collega en laat je je depressieve vriendin weten dat je haar niet vergeten bent. Dan proost ik vanaf deze bank op jullie leven, omdat dat dit leven jullie zo gegund is: Proost!