Rechten van Robots
‘Mark my words…de eenentwintigste eeuw wordt de eeuw van de universele rechten van dieren en robots’. Ooit sprak ik deze woorden dronken op een feestje. Nu, vijftien jaar later, is het volgens mij zover; dieren laat ik even buiten beschouwing.
Robots worden steeds intelligenter en het duurt niet lang meer of ze evenaren ons. Wellicht zelfs in menselijkheid. De discussies over wat het eigenlijk zijn, deze nieuwe burgers, is overal gaande. We vinden het geen mensen, maar ‘gewone’ computers zijn het nou ook weer niet.
Ik denk dat de vraag wàt ze zijn is verouderd. Die vraag is in het Westen gebaseerd op een zoektocht naar het wezen van de mens. Maar met de dood van God, ziel en andere spirituele inhouden is die zoektocht voorlopig afgerond. De mens is nu een geoliede ‘machine’. Maar laat de robot dat nou ook zijn! Dat wij toch graag een onderscheid blijven behouden tussen die ene geoliede machine en die andere geoliede machine is een westerse ‘brain-fart’ waar ze in Azië om lachen. ‘Die Westerlingen en hun idee van individualiteit’, hoor je ze denken. In landen als Japan en Korea is de vraag ‘wat is een robot?’ helemaal niet aan de orde. Men is daar gewoon bezig deze nieuwe burger te integreren in de samenleving. Hoe dat komt? Omdat het onderscheid tussen organisch en anorganisch een westers dilemma is, geen Aziatisch. In Japan bijvoorbeeld is de ‘ziel’ niet gelokaliseerd in een levend wezen, maar in de relatie tussen twee objecten. Dus of die objecten van plastic of van eiwitten zijn, is niet relevant.
Het westen zal de consequenties van haar verlichting moeten gaan inzien. God heerst niet meer over ons, maar wij heersen over zijn ‘werken’ en verlevendigen het. Het is alsof we er zelf om gevraagd hebben te worden uitgedaagd in ons bewustzijn, want de robot die we daarmee uiteindelijk creëren knaagt hevig aan ons zelfbeeld. Wat je volgens je eigen definities zozeer verlevendigt dat het eigen intelligentie gaat opbouwen, heeft toch bewustzijn? Hoe onderscheiden we ons dan nog van een robot?
Zometeen lopen deze nieuwe burgers door huiskamers, ziekenhuizen, fabrieken en openbare ruimtes, kijken ons aan, lachen, hullen, filosoferen. Hebben deze machines recht op comfort? Een huis? Wat zijn hun plichten? Krijgen ze salaris en moeten ze belasting betalen? Hebben ze recht op een godsdienst? Mag je seks hebben met ze hebben? Of.. een kind?
Het wordt tijd dat al deze rechten en plichten ondergebracht worden in een universeel document.