Iemand moet hiervoor betalen
In de trein: een Syrisch stel reist tussen Deventer en Apeldoorn en wil op de trein een kaartje kopen. De conducteur vraagt waarom ze dat niet op het station hebben gedaan.
"D’r is een loket open daar. En een machine."
"Machine," herhaalt de man, het enige woord dat hij uit die brij kon halen.
"En een loket. LOKET," tettert ze. “Daar kunt u ook betalen met briefjes van 100 euro.” De man begint zo langzamerhand te zweten.
"Waar wilt u heen?" vraagt de conducteur. "Amsterdam?"
Dat verstaat de man ook. "No Amsterdam. Apeldoorn."
"Dan heeft u een kaartje nodig," zegt de conducteur.
"Betalen," toetert ineens de man achter het echtpaar, dat steeds verschrikter begint te kijken. "U moet voor de trein betalen. Je moet overal voor de trein betalen."
Inmiddels komen we aan bij station Apeldoorn. "Moet u nog met de bus?" vraagt de conducteur.
Bus, dat verstaat de man ook. Hij knikt heftig: "Boes, boes, one-seven."
"Do you speak English," vraagt de conducteur eindelijk, maar de man schudt nee; dit was zijn Engelse vocabulaire wel ongeveer.
“Voor de bus moet u ook betalen,” zegt de man achter hen nog behulpzaam.
Medepassagiers beginnen uit te stappen. De conducteur klampt een willekeurige man uit de coupé aan: "Moet u met de bus? Kunt u hen even helpen?"
"Ja hoor," zegt de man.
Het echtpaar staat op en loopt naar buiten. "Succes!" roepen de conducteur en de behulpzame medepassagier hen na. Maar dat verstaan ze niet.
"Nou," zegt een van mijn medereizigers als ze de coupé uit zijn, "blijkbaar hoef je in Syrië niet te betalen voor de trein."
"Je moet overal betalen voor openbaar vervoer," snibt een vrouw voor mij.
"Nu hebben wij betaald," grapt de man.
De vrouw is niet te vermurwen. "Overal ter wereld betaal je voor de trein. Overal."
Ze spreekt verwijtend de enige jongen in de coupé aan die een beetje getint is: "Spreek jij Arabisch?"
"Niet echt, niet heel goed," zegt de jongen terwijl hij een van de oordopjes van zijn telefoon uitdoet.
"Vast beter dan wij," snauwt de vrouw. "Je had best even kunnen helpen."
De jongen stamelt: "Maar ik ben niet Arabisch."
"Je had best een hand kunnen uitsteken," zegt de vrouw. “Dat doen we hier.” Ze gaat weer achter in haar stoel zitten. Zo. Nu is er tenminste iemand die betaald heeft.