Ebru is op
Dinsdagochtend rond een uur of negen stap ik in de trein op Amsterdam Centraal. Ik heb een Metro bij me. Ik vind het een leuk krantje, ik maak vaak de Zweedse puzzel, en de columns zijn vermakelijk. Ik sla de eerste bladzijde om en een lachende Geert Wilders kijkt me aan. Het interview dat erbij staat bevat ernstige taal- en typfouten. De naam van de schrijfster, Ebru Umar, komt me vaag bekend voor.
Ik sla een paar bladzijden om en als ik haar column zie, weet ik weer waar ik haar van ken. Een paar weken geleden schreef ze een column in Metro over een telefoongesprek met een drop etende voorlichter van VVD-staatssecretaris Klaas Dijkhoff. Ze verdraaide de woorden van de arme jongen zo fenomenaal dat ik medelijden met hem kreeg. Een aantal weken ervoor schreef ze over een college dat ze niet wilde geven, omdat ze er een boekenbon van 25 euro voor zou krijgen. Volgens haarzelf zouden studenten heel veel van haar kunnen leren, maar voor de Hoogeschool van Amsterdam wilde ze niet werken voor een boekenbon. Arme studenten. Ik kreeg van beide columns een nare smaak in mijn mond.
En nu lees ik toch weer haar nieuwe verhaal. Ebru is teleurgesteld, nee, ze is op. De enige beroepsgroep die ze hoog heeft zitten, de artsen, hebben verklaard dat zij een boerkaverbod niet wenselijk achten. Dit is voor haar het teken dat het enige dat we bereikt hebben de afgelopen tien jaar de acceptatie van de boerka is, een symbool voor vrouwenonderdrukking, vrouwenmishandeling en vrouwenontering. Ik lees hoe Metro-columnist Ebru Umar boerkadragende vrouwen onderdeel van het straatbeeld in Amsterdam noemt. Ik vraag me af wanneer ik voor het laatst een boerkadragende vrouw heb gezien. Het moet meer dan een halfjaar geleden zijn.
Maar elke boerkadragende vrouw is er één teveel, wijst Ebru mij terecht. Nu kan een boerka of nikab volgens mij ook geassocieerd worden met godsdienstvrijheid en culturele diversiteit. Het is een moeilijk vraagstuk wat mij betreft. Ik vind een boerkaverbod namelijk ook mensonterend, gezien onze vrijheid om zelf onze religie en de daarbij horende uiting te kiezen. Misschien is de ontwikkeling van dit debat wel de vooruitgang die Ebru mist. Hier peins ik wat over terwijl ik weer een nare smaak in mijn mond proef. Zo smaakt de combinatie van pessimisme en een gebrek aan nuance dus. Gelukkig is Ebru op. Hoofdschuddend sla ik nog een paar pagina’s om. Ik hoop op een Zweedse puzzel. Helaas, sudoku.