Anoniem autisme

Mijn kennissen, volgens Facebook zo’n 250, kan ik niet vragen op deze column te stemmen. Helaas zie ik mij genoodzaakt om dit stukje anoniem te schrijven. Anoniem, omdat ik nog toekomstdromen heb. Toekomstdromen die misschien wel onbereikbare nachtmerries worden als ik deze column onder mijn eigen naam schrijf.

Natuurlijk mis ik een stuk lef. Ik kan best wat meer, zeg maar gerust heel veel meer, zelfvertrouwen gebruiken. Vertrouwen in mijn capaciteiten, vertrouwen dat deze opwegen tegen mijn beperkingen. Meer lef ook, om te doen waar ik mij fijn bij voel. Het liefste had ik deze column niet anoniem geschreven. Het liefste deel ik mijn verhaal openlijk met alles en iedereen. Ik schaam mij er niet voor. Maar ik durf niet, ik wil nog schaapjes tellen en dromen over mijn toekomst.

Ik ben een meisje, twintig jaar en studeer aan een universiteit. Mijn cijfers komen, de gruwelijke groepsopdrachten en presentaties niet meegerekend, niet onder de acht uit. Veel moeite hoef ik hier niet voor te doen. Maar daar blijft het bij. Voor alle andere dingen, van een ritje met de trein tot een gesprekje met een college, moet ik verschrikkelijk veel moeite doen. Maar het lukt mij wel, ondanks mijn depressie en autisme. Het eerste gaat over, het tweede niet. Gelukkig.

Terug naar het besluit om deze column anoniem te schrijven. Om mijn dromen in leven te houden, kan ik waarschijnlijk ook niet anders. Ik zie het gevolg van deze column met mijn eigen naam al voor mij. Ik solliciteer, kom op basis van mijn CV de eerste schifting op mijn sloffen door, mijn naam wordt in de zoekmachine gestopt, de werkgever ziet dat ik autisme heb en een depressie had, dus word ik afgewezen. Met dank aan het afgrijselijke stigma.

Het is een hardnekkig stigma. En waarschijnlijk, lieve lezer, stigmatiseert u ook. Ik kan u nu proberen te overtuigen dat ik een hele goede werknemer ben, toch denk ik dat ik al 3-0 achter sta. En een 3-0 achterstand, denk maar aan de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Tsjechië, maak je niet zo snel goed. Ik verwijt het u niet. Ik snap het. Maar, er moet wel wat aan worden gedaan. Ik weet niet goed hoe, maar ik hoop dat ik met deze column een kleine bijdrage heb geleverd op de weg naar bewustwording. Hopelijk hoeft het over een tijdje niet meer anoniem.

En mijn grootste droom? Sportjournalist worden. Ik denk dat het wel gaat lukken.