Zon, zee en te veel vet voor in een bikini
Ik lig, met dit warme zomerweer, graag in de zon. Het is fijn om een bruin kleurtje te krijgen, het zorgt voor een gezondere uitstraling en wat extra vitamine D. Helaas moeten we er (bijna) allemaal doorheen, het memorabele moment dat we onze kleding uittrekken en onze prachtige bikinilichamen blootgeven aan de buitenwereld.
Voordat dit alles plaatsvindt, is er nog een andere grens om over te steken. Er moet een bikini gekocht worden. Fijn, je bent nog niet bruin, de lichten van de pashokjes accentueren ieder putje en streepje en de zomerfeelings zijn meteen een stuk pessimistischer. Fijn. We slaan een gezellige bloemenbikini bij de Hunkemöller in en maken dat we wegkomen.
Feit is, dat iedereen in de zomer aan het zeuren is over zijn lichaam. Superfood en al het andere vogelvoer wordt een trend, in de plaatselijke sportschool moet een nummertje getrokken worden om aan de beurt te komen bij de crosstrainer en op het veld van het zwembad ligt iedereen het liefst op zijn rug. Zelf maak ik me ook schuldig aan alle bovengenoemde kenmerken. Ironisch, dat er dan nog gezegd wordt dat we in het buitenland wel in bikini gaan lopen, omdat we daar niemand kennen. Net alsof we in het zwembad, tien kilometer verderop, iedereen kennen. En net alsof het wat uitmaakt als dat zo is.
Inmiddels ben ik de grens wel een beetje over. Zodra de temperatuur stijgt boven de 25 graden, ga ik ook in bikini bakken en denk ik er niet meer over na wat andere mensen denken van mijn uiterst sexy bikinilijf. Dit neemt niet weg dat ik de rest van het jaar zo gezond mogelijk probeer te eten en af en toe de sportschool bezoek. Perfect? Absoluut niet. Maar iedereen heeft het recht om met deze hitte in de zon te gaan liggen en een kleurtje te krijgen. Een basic humanright. En als anderen het niet willen zien, dan kijken ze maar lekker de andere kant op.