De wedstrijd die ik steevast verlies
Spannend, mijn werkdag begint altijd spannend. Ik fiets naar het station, parkeer in de rekken en begin te lopen. Langs de geparkeerde fietsen, langs de bussen die vóór het station staan opgesteld, richting de trappen van de ingang. Zodra ik de stationshal betreed slaan de zenuwen toe. Ik zie ze al staan, de groene kranthouders van Metro. Ik loop altijd naar de tweede standaard en reik mijn arm om een krant te kunnen pakken. Ik pak nóóit de bovenste, maar het tweede of derde exemplaar van de stapel. Uit bijgeloof. Die krant is verser en geeft meer kans op succes, denk ik. Ik vouw hem op tot een prettig hanteerbaar formaat en begeef me richting de trein. Zodra ik een plaatsje heb gevonden neem ik de Metro op schoot en sla hem open. Mijn hartslag versnelt. Als ik eindelijk de gezochte pagina heb bereikt en de linker bovenhoek heb geïnspecteerd worden mijn bange voorgevoelens wederom bevestigd. Wéér geen lezerscolumn van mij geplaatst. Wéér geen waardering, erkenning, bewondering van de redactie en het grote publiek. Mijn inspanningen waren wéér niet toereikend genoeg ondanks alle moeite die ik heb gedaan om stemmen en Facebook-likes te verzamelen. Wéér verloren.
Ik ben sportief van aard en lees altijd de column die het wel schopte tot plaatsing. Om te leren. Om te ontdekken waarom het deze column wél lukte en die van mij niet. Ik zoek de sleutel naar succes en hoop ooit dezelfde euforie te ervaren die de schrijver van het geplaatste stuk ook moet voelen. Ik ga altijd aan mezelf twijfelen als ik de lezerscolumn lees want zonder uitzondering is het buitengewoon origineel, actueel, fantasierijk, waarheidsgetrouw, komisch, kritisch of simpelweg prachtig geschreven. Wat moet het voor de redactie een onmogelijke opgave zijn om een keuze te maken uit het rijke aanbod van betogen. En wat is het ontmoedigend moeilijk om een voet tussen de deur te krijgen op dit podium.
Mijn werkdagen beginnen met een wedstrijd die ik steevast verlies. Maar wel een wedstrijd waar ik van geniet en waarmee ik mijn doen en denken verrijk. Ik wil volharden in de strijd om mezelf ooit te kunnen scharen onder dat illustere gezelschap columnisten. Zij die het grote publiek dagelijks trakteren op al dan niet zinvolle gedachtegangen en hersenspinsels. Daarom blijf ik schrijven dat het een lieve lust is. Alles voor het hogere doel een bijdrage te kunnen leveren aan de voeding van ons maatschappelijk besef.