Beste onbekende…

Beste onbekende…
Het is vreemd iemand te schrijven die ik niet ken en die deze brief hoogstwaarschijnlijk nooit zal lezen. Maar deze brief is ook voor mezelf bestemd. Men zegt immers dat we zaken die ons teveel bezig houden ‘van ons af kunnen schrijven’. Daarom deze brief voor mezelf maar absoluut ook voor jou, beste onbekende. Al zul je dit epistel niet lezen en weet ik niet eens of je nog wel onder ons bent. Je boodschap in het gastenboek van het kerkje van Holset wees daar op. De dag nadat je dat had opgeschreven was ik ook in het kerkje. Ik wilde een kaarsje aansteken voor de heilige Genoveva. Patroonheilige van de zieken, en een troost voor velen. Elk jaar gaan wij tijdens een vakantie in Zuid-Limburg naar Genoveva om een kaarsje te branden voor zieke familieleden, vrienden en kennissen. Of het werkt? Dat weet ik niet. Ik ben niet katholiek, ik ben niet eens gelovig. Maar dat kerkje, en het altaar met die kaarsjes, dat doet me wel iets. De sfeer, de rust. Hoe dan ook, ik was daar en las in het gastenboek de berichtjes van eerdere bezoekers. En een van de laatste berichten voor Genoveva was van jou: “Help me to refuse from suïcide. I see no future. (M.S.)”
Die hevige schrik, die ontzetting die ik voelde. En ik wilde je troosten, met je praten, of gewoon met je zwijgen. Ik wilde je zoeken. Maar waar kon ik je vinden?
Het was ook zo raar. Even daarvoor waren we door Schin op Geul gereden, waar een beeldje staat van Frater Venantius. Dat was ooit een van de typetjes van de cabaretier Wim Sonneveld. Een van zijn beroemdste liedjes was: “Zeg maar ja tegen het leven.” Dat liedje jengelde de hele tijd door mijn hoofd, tot ik in het kerkje bij het gastenboek stond en jouw noodkreet las. Je ‘nee’ tegen het leven. En toch vroeg je Genoveva om hulp ‘to refuse from suïcide’. Wat voelde ik me machteloos. Ik brandde een kaarsje voor je. Ik schreef in het gastenboek dat ik je sterkte wenste. “Thinking of you, with love and peace.”
“I see no future,” schreef je. Maar misschien is er wél een toekomst. Hier, of elders in een ander bewustzijn. Misschien, zoals Vangelis zong, ‘starts it at the end’ en gaat het leven op de een of andere manier altijd door. Somewhere, somehow.