Zo vader en moeder, zo zoon
Alweer níet met het verkeerde been uit bed gestapt. Wel een nieuw record gevestigd in de categorie ‘hoelang kun je snoozen’. Een carrière blijft zo een ver-van-je-bed-show. Letterlijk en figuurlijk. Maar je bent gelukkig toch? En uiteindelijk gaat het daarom, toch? Ambitie is toch voor homo’s tegenwoordig? Ik bedoel ‘ook’ voor homo’s.
Sorry, soms verspreek ik mezelf. Gelukkig ben ik niet enige. Zo haalt mijn moeder altijd al mijn vrienden door elkaar, maakt naar eigen invulling een cocktail van de dingen die ik doe en vertelt dat vervolgens aan eenieder die daar niet op zit te wachten. Wat dat betreft lijken mijn moeder en vader meer op elkaar dan hen lief is. Zo heeft mijn vader het altijd over de economie of iets anders wat kan eindigen in “ik heb dus laatst een mooi beeldje op de veiling gekocht”. Zie, twee druppels water.
En wie ben ik dan wel niet? Ik, ben de perfecte cocktail van die twee. Ik meng mezelf in een gesprek dat al op gang is, veins er alles van af te weten om vervolgens te kunnen zeggen dat ik een nieuwe vriendin heb. Hiermee breng ik de wereld van de man en vrouw samen. Ik doe alsof ik alles weet (de vrouw) om vervolgens te pronken met iets – in dit uitzonderlijke geval iemand – (de man). Anderzijds kan het ook precies andersom beargumenteerd worden. De vrouw: ratelt maar wat raak om vervolgens te pronken met iemand. De man: praat quasi-interessant over een onderwerp en veinst daar alles van af te weten, terwijl zijn toehoorders – waarvan een toevalligerwijs daadwerkelijk alles weet over het betreffende onderwerp – daar dus niet op zitten te wachten.
Ik vind het geweldig. Vooral omdat ik weet dat ik het ook doe en daar trots op ben. Nee, niks stiekem. Gewoon publiekelijk flaneren met mijn tekortkomingen in het sociale spel dat menselijke interactie heet. Ik heb toch wel meer algemene kennis, een betere kledingsmaak en een bos krullen waar vrouwen graag aanzitten. En, voordat ik het vergeet, ik heb dus een vriendin.