Spiegel

Een spiegel voorgehouden krijgen, het kan behoorlijk verwarrend werken. Ik zat bij Pépé in de stoel. Pépé, mijn kapper, was juist bezig om de warboel op mijn hoofd te temmen toen Michel binnenstapte. Michel, gespierd, gebruind met een luide stem en duidelijk thuis in de zaak; high fives vlogen rond, begon naast mijn stoel en in het kader van mijn spiegel te vertellen waar hij in excelleerde. Hij had een boek geschreven, een eigen zaak gestart en studeerde voor arts. Hij was een slimme, zei hij. Toch dachten anderen vaak dat hij dom was. Dat kwam door zijn uiterlijk.

Wellicht. Of komt het omdat het in de volksaard is ingebed om naar de eerst zien en dan geloven modus te schakelen wanneer iemand meent ergens goed in te zijn? Ik kende een leidinggevende die alles eerst wilde zien voor ze het geloofde. Haar kwaliteit, meende zij, was dat ze anderen, met name haar medewerkers, haarscherp kon beschouwen en dus plaatsen. Er bleek er een walvis aan onwetendheid in haar dode hoek mee te zwemmen. Zij heeft de gedaante onder haar waterspiegel nooit waargenomen. Ze geeft overigens ook geen leiding meer. Misschien dat je het eerst moet geloven voor je het kunt zien. Misschien.

Misschien gaat het hier om wat je over jezelf-en dientengevolge de ander- mag zeggen. Een precair onderwerp. Je mag zeggen wat je met leden van het koninklijk huis zou willen doen. Je mag zeggen dat een bepaalde religieuze stroming aanzet tot haat. Je mag de vrijheid van meningsuiting verkondigen en tegelijkertijd stellen dat de mening van de ander er niet toe doet. Je mag zeggen wat je wil. Zo hebben wij dat hier geregeld, zo doen wij hier zaken. Dat is mooi.

Een begrip ontleent zijn kracht mede aan het tegenovergestelde. Je mag ook best stil zijn. Dat moet je wel durven natuurlijk: een oefening in terughoudendheid. Even niets vinden en de smaak van het zoeken proeven. En dan natuurlijk het lef hebben om die mening behoedzaam in de ether te mengen. Om vervolgens rustig af te wachten tot de kleur van onze visie verandert. Ik geloof daar wel in. Zie je?

Wat je ook zoekt of vindt, dat je naar jezelf kunt blijven kijken is essentieel. Ik zie in de spiegel dat mijn haar erg goed zit. “Dat heb ik goed gedaan!” zegt Pépe. Vind ik ook trouwens. Het is maar een mening.