Lef of verstand?

Ze bezoeken ons in grote getale en we zijn er blij mee, want buiten diepe kuilen laten ze ook de nodige euro’s achter iedere zomer. Het zijn aparte jongens, ze graven graag, dol op onze haringen, en fietsen het liefste met het hele gezin, maar nooit zonder helm. Zijn ze natuurlijk ook zo gewend, zit in de genen. Hun kinderen lijken altijd te zeuren of te janken en de moeders hebben de stem van een irritante kraai gekregen. Zeker als ze weer eens naar hun kinderen gillen.

Terwijl ik op het terras geniet van een cappuccino met heerlijk stuk appeltaart erbij, ontpopt zich voor me een typerend plaatje. Een gezin met de eerder beschreven nationaliteit zijn bezig met het huren van een fiets. De jongste van een jaar of zeven moet van moeder een paar keer de straat op en neer fietsen. Uiteraard gepaard gaande met de meer dan irritante aanwijzigingen van de kraai. Het kleine fietsje is al te lastig voor het onzekere ventje, en met een andere fiets volgt hetzelfde ritueel. Het is bijna pijnlijk om te zien hoe het jochie bezig gehouden wordt door de angst van zijn moeder en uiteraard neemt hij die angst wel over. Het fietsen gaat steeds beroerder, welke maat fiets ze hem ook geeft.

De goed gevulde terrassen aan weerszijde van de smalle hoofdstraat in Vrouwepolder aanschouwen dit tafereel met een glimlach. Een traumatisch plaatje, maar niet voor het kereltje. Alles went schijnbaar. Tegen het einde van deze ongewilde voorstelling komt er een nog kleiner, vrolijk lachend mannetje van om en nabij dezelfde leeftijd voorbij fietsen. Staande in de trappers, omdat de fiets veel te groot is voor hem. Slingert achteloos tussen een stel overstekende toeristen door en heeft grote lol op zijn stalen ros. Achter hem lopen een paar onbezorgde Nederlandse ouders te genieten van hun jongste. Een mooi hollands-duits contrast.

Het is geen wonder dat ze liever in een Mercedes of BMW stappen, fietsen zit er gewoon niet in. Ze hebben het lef gewoon niet of zijn ze misschien toch slimmer?