Gestereotypeerde gedachtegang
Aarzelend, maar met een gestructureerde beweging verorberden zijn kaken miljoenen jaar oude dieren. Hij hield zijn vegetarisme niet onder controle. Bah, wat kon plastic naar smaken. Wel, niet, wel, niet… De pen glipte uit zijn mond en liet een vlek op het papier achter. Zijn pezen lieten zijn hand de pen omklemmen en vormden de letter ‘L’.
Lef. Ik moet iets over lef schrijven. Als ik aan lef denk komen er beelden naar boven van mannen die met leeuwen vechten of een oud omaatje die op haar tachtigste besluit om te gaan bungeejumpen. We zijn als mensen geneigd om veelal spectaculaire acties of gebeurtenissen waarvan we ons niet in het hoofd zouden halen om deze uit te voeren te bestempelen als lef. Dat is prima. Dat is menselijk. Wat interessant is en waar we als mensheid elkaar beter zouden begrijpen is het feit dat we niet altijd naar boven moeten kijken. Er bestaat voor lef geen boven of beneden.
Neem het klassieke voorbeeld van ‘de’ spreekbeurt op de basisschool. Voor sommigen leerlingen net zo vanzelfsprekend als ademhalen, anderen zijn al buiten adem als ze de berg die voor zich ligt nog moeten beklimmen. Ik heb deze berg ook moeten beklimmen. Naar voren stappen en mijn spreekbeurt over parachutespringen houden. Lef. Parachutespringen. Lef.
Ik voel uw spieren uw wenkbrauwen omhoog trekken. Het zal best wel lef zijn om je spreekbeurt te houden. Maar toch. Uw gedachten leiden uw veelal naar het oordeel dat parachutespringen een grotere vorm van lef is. Dat is natuurlijk. Dat is menselijk. Maar het is fout. Om specifieker te zijn, de gedachtegang is fout. Net zoals we veronderstellen dat niet iedereen op aarde in dezelfde rijkdom leeft zouden we van het feit dat lef voor iedereen anders is een veronderstelling moeten maken. Zo leren mensen elkaar beter begrijpen. Er ontstaan meer begrip voor elkaar en zo kunnen we elkander helpen. Een verandering hoeft niet met veel geweld te weeg worden gebracht. Een gedachtenkronkel het rechte pad opsturen kan al genoeg zijn. Dat eist geen geweld. Dat eist tijd.
Hij had zijn laatste zin geschreven. Bevend bleef zijn hand boven het woordenboek zweven. Column. Een regelmatige bijdrage aan een krant, tijdschrift of site met een bijzondere eigen inhoud. Hij greep zijn laptop en begon te typen. De toetsen vormden een tekst waarvan het onderwerp lef is. Lef, dat is deze tekst.