BOOTVLUCHTELINGEN.

BOOTVLUCHTELINGEN.

Het lef om hen nog iets te verwijten.

Ingrid Cooper

We noemen ze bootvluchtelingen.
Of de manier zoals ze aan de overkant gekomen zijn iets uitmaakt.
Het LEF, om hen nog iets te verwijten.
Het feit dat velen de overkant halen is vaak meer geluk dan wijsheid.
Als ik hen zie in wankele vaak overvolle bootjes, heb ik bewondering voor hun daadkracht, veerkracht en de spanwijdte van hun dromen.
Op hun manier maken zij een goed gebruik van de crisis, dan gelden er immers andere regels en gaat vaak de noodverordening van kracht.
Ze laten zich niet negeren, dringen zich aan ons op en geven als een soort van guerrilla- marketing stunt een signaal af aan politiek en overheid met daarbij veel talent voor drama en overleving.
Nog nooit was Afrika voor zo velen, zo dichtbij.
En hun boodschap lijkt mij duidelijk: klaar of niet….ik kom eraan!
Ongewild moet je hun LEF toch bewonderen, want onderweg waren er toch heuse gevaren. Feit en fictie lopen hier door elkaar.
Probeer je eens in hun situatie in te leven, velen van ons worden al zeeziek bij de gedachte aan een boottochtje op, zoiets als het IJsselmeer waar het plots ongemeen hard kan waaien.
Maar wat zou u doen, als er tussen u en het beloofde land slechts nog een beetje water zat en je de vrijheid al kon ruiken?
Velen waren hun immers al voor gegaan, ze waren weg en bleven weg.
En onwetend over hun lot, daar informatie immers schaars is geeft hun dat vast net dat laatste zetje om zelf de grote oversteek te wagen, misschien in het kader van de gezinshereniging of, omdat het niet goed voor een mens is om alleen te zijn, wie zal het zeggen.
Als helden worden ze binnen gehaald, diegene die het overleven tenminste. De doden dragen ze op handen naar hun naamloos en roemloos einde.
De kustbewoners zijn ondertussen al aardig wat gewend en hebben al velen malen de noodklok mogen luiden.
Ze worden er al best goed in.