Het lef niet

Op zoek naar bloemen verplaatste ik mij in aanzwellende hitte, vette uitlaatgassen en geuren van knoflook, kretek, tempé en gebakken vis. Een bromfiets knetterde voorbij met aan een rek minstens twintig nog levende kippen, ondersteboven aan verkrampte poten, elk verzet zinloos. Ik was op weg naar Kanchanaburi om de gedenkgraven van Nederlandse militairen te bezoeken.

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog gaf mijn opa les in Indonesië. Hij woonde met zijn vrouw en zeven kinderen te Magelang. De Jap kwam, zag en overwon. Mijn opa werd afgevoerd naar Siam om daar aan de Birmalijn te werken. Hij heeft vrouw noch kinderen teruggezien.

Ik wandel langs rijen gedenkplaten. Dertig jaar na de oorlog ben ik naar mijn opa vernoemd en dus speur ik naar mijn eigen naam. Ik vind hem en kniel om mijn boeketje neer te leggen. Een man van mijn leeftijd sneuvelde voor een doodspoor. Velen met hem. Amper honderd meter van de straat, ervaar ik een intense stilte om mij heen. Ik tuur een poosje over het veld, beluister het niets tot het tijd is om mezelf los te maken van sombere gedachten.

Ik wandel in de richting van de rivier Khwae. Ik passeer een bord met daarop het woord ‘SEX!’ en pal daaronder in kleine letters: ‘Now that we have you’re attention, come in and order delicious lunch.’ Ik bestel yoghurt met fruit. De guitige, ietwat mollige Thaise vrouw die mij bedient, lacht me toe: “You here for bridge?”

“Of course", glimlach ik terug. Vlakbij staat mijn naam op een gedenkplaat terwijl ik nu eet, nu lach en nu leef.

“You stay? You want rooms? We have rooms. But no pros-tie-toe-ties! Yes?”

De kamers blijken hutjes op vlonders. Ze bieden een imposant uitzicht op de brug die de oevers verbindt. Even is daar weer de stilte, dan wandel ik terug naar het terras. Het is vrijwel leeg, op een Japanse jongen met een gitaar na. Hij speelt ‘Heartbreak hotel’ en vraagt of ik al op de brug ben geweest. Hij doet een technische studie en vindt die brug een bijzonder knap stukje Japanse bouwkunst. Even overweeg ik zijn gitaar te breken en hem te kelen met zijn eigen snaren. Maar de oorlog is voorbij en ik heb simpelweg het lef niet. Per slot van rekening is het voor iedereen een beetje vakantie en wil ik ook nog snorkelen in de Golf van Thailand.