Zomertijd

Jeroen van Oorschot 8 apr 2015

Voorjaar 1895. George Vernon Hudson stelt voor om de klok in de zomer twee uur vooruit te zetten, om zo de tijd aan te passen aan het ritme van de mens.
Voorjaar 1907. William Willet haalt aan dat we gratis zonlicht verspillen en komt met een soortgelijk idee.
Voorjaar 1916. De Duitse regering voert voor het eerst daadwerkelijk de zomertijd in, uiteraard uit puur praktische overwegingen die niets met besparing van kaarsen of elektriciteit te maken hebben. Het Verenigd Koninkrijk volgt en de Verenigde Staten van Amerika voeren naast de zomertijd ook nog eens tijdzones in. Na de oorlog wordt de zomertijd weer afgeschaft.
Voorjaar 1977. De klokken gaan voor het eerst in lange tijd weer een uur vooruit. Deze keer vanwege de oliecrisis en de internationale roep om energiebesparing. Verlichting, zowel thuis als in fabrieken en auto’s, kan langer uit. In crisistijd is veel toegestaan, zelfs dit ritmeontwrichtende fenomeen. Er zijn voor- en tegenstanders, maar het begrip is op dat moment groter dan ooit tevoren en de zomertijd wordt ook na de crisisjaren in stand gehouden. Zodoende dat wij nu nog altijd iedere laatste zondag van maart aan wijzers, drukknopjes en touchscreens frummelen.
Voorjaar 2015. Nog erger dan voorgaande jaren voel ik het effect van een uur minder slaap. Slecht weer (en dus veel duisternis) tijdens de laatste dagen die de winterklok wegtikte, in combinatie met ineens heel zonnig weer na het bijstellen van alle klokken, deelt klap na klap uit. Ook bij de kinderen merk ik dat het harder aankomt dan ik had verwacht. Slaaptekort, geen zin om naar bed te gaan, te weinig energie in de ochtend en teveel in de avond… Als een overzeese jetlag hamert Vadertje Tijd op me in terwijl hij lijkt te zeggen: “Sorry, ik wil dit ook niet…”. Maar waarom nog? Verlichting is tegenwoordig energiezuinig, auto’s rijden juist met licht aan overdag en wetenschappers denken nu dat de zomertijd eigenlijk het hele jaar aangehouden moet worden. Goed tegen de winterdip, want het blijft dan licht tot etenstijd.
We gaan terug in de tijd. Omdat dat in een column kan.
Voorjaar vóór Christus. De Romeinen hanteren de zonnewijzer om de tijd te bepalen. Een dagelijks verschuivende tijd, maar de Romeinen zijn slim: zij gebruiken hun schaduwklok zuiver indicatief. Staan op als het licht wordt en gaan naar bed bij duisternis en vermoeidheid. Hun agenda’s lopen niet over van afspraken op vastgelijmde tijden, de zon vertelt ze hooguit dat de wijn uit de kan mag. Tempus fugit.