Johan van Boven
Johan van Boven Sport 19 feb 2018
Leestijd: 6 minuten

Kai Verbij: Ik heb niet zo’n zin in de Spelen

Om de olympiërs beter te leren kennen duiken we in hun Instagram-account om ze aan de hand van enkele foto’s te interviewen. Vandaag: de 23-jarige schaatser Kai Verbij die uitkomt op de 500 en 1.000 meter.

Dit was de eerste foto die je op Instagram hebt gezet.
Haha, toen ging ik shorttracken in Collalbo. Ik vind het zo’n vette sport om naar te kijken en ik wilde ook echt shorttracker worden. Ik mocht bij Jong Oranje meetrainen en ik deed het best aardig, maar ik bleek toch meer talent te hebben voor het langebaanschaatsen. Vandaar deze foto. Verder gebruik ik Instagram niet heel veel, hoor.

Waarom niet?
Af en toe is het leuk, maar ik kijk meer naar wat anderen erop zetten dan dat ik zelf iets post. Het voelt als een soort verplichting en dat vind ik niet fijn. Ik ben geen social media king. Ik zit nog even naar de foto te kijken en volgens mij was ik toen negentien jaar.

Ben je in die vier jaar veranderd?
Zeker. Toen ging het vooral om plezier. Niet dat ik nu geen plezier meer beleef aan het schaatsen, maar toen had ik nog iets om naar toe te werken. Alles was nieuw en leuk. Nu zit ik tegen de top aan en is het steeds lastiger om progressie te boeken.

Hier ben je uit eten met Ronald Mulder.
Hij had een column geschreven over de sushihype en dat hij daar niet aan meedeed. Daarom heb ik expres deze foto gemaakt, omdat hij dus wél van sushi houdt.

Kun je wedstrijden winnen op sushi?
Het is niet slecht voor je. Je krijgt eiwitten, koolhydraten en zout binnen. Ik mag het gerust eten.

Moet je ander eten laten staan of ga je ook gewoon naar de snackbar?
Dat zal ik niet zo snel doen tijdens het seizoen, dus ik moet wel iets laten voor mijn sport.

In het olympisch dorp zit een McDonald’s…
Ja, volgens mij voor het laatst. Ik ga wel een hamburgertje eten, denk ik. Ik vind het niet erg dat McDonald’s onderdeel is van de Olympische Spelen, het is een bepaalde manier van marketing en ik vind het lekker, haha. Het is een enorm evenement dus is het logisch dat zulke multinationals er ook aan meedoen. Grappig toch? Het hoeft niet allemaal honderd procent topsport te zijn.

Hier sta je in Tokio.
Ik was in mijn eentje op vakantie, omdat mijn beste vriend niet meekon. Het zag er daar allemaal mooi uit, maar ik was er liever met iemand samen geweest. Alleen is maar alleen. Dan zijn drie weken best lang. Pittig.

Was je er vanwege je roots?
Mijn moeder is Japans en er woont veel familie in Japan. Ik spreek de taal en ik wil veel over het land te weten komen. Het voelt best een beetje als thuiskomen. In het verleden ben ik er ook vaak geweest. Ik probeer er de nostalgie op te zoeken.

Wat is typisch Japans aan jou?
Ik stel me niet zo snel open naar anderen, zo ben ik opgevoed. Sociaal ben ik niet zo handig.

Maar als ik jou op tv zie krijg ik juist het tegenovergestelde beeld. 
Ik kom heel rustig en nuchter over. Maar ik kan ook heel erg druk zijn, maar dat kan ik alleen bij mijn beste vrienden. Hoe ik me opstel tegenover mensen die ik voor het eerst ontmoet, zo ben ik eigenlijk niet. Ik doe dat niet bewust, zo ben ik nu eenmaal. Vaak te beleefd, want ik pas me heel snel aan aan anderen. Als iemand ontevreden is, heb ik daar geen schijt aan. Dan wil ik dat oplossen terwijl het mijn probleem eigenlijk niet is. Voor mij is dat heel vermoeiend, dus ik moet egoïstischer zijn.

Word je door Japanse media gevolgd?
Ja, ik word vaak gebeld door Japanse journalisten. Meer dan door Nederlandse verslaggevers. In het begin vond ik dat erg leuk, maar als het te veel energie kost vind ik het al snel niet leuk meer. Je krijgt er zo weinig voor terug.

In aanloop naar de Winterspelen had je een drukke persdag met veel interviews. Vind je dat ook niks?
Ik ben er gewoon niet zo van. Sommige sporters halen er veel energie uit, maar mij kost het alleen maar energie. Maar het moet ook gebeuren. Mensen willen mijn verhaal horen en het is nu eenmaal onderdeel van mijn baan.

Je had ook kunnen zeggen: dat Instagraminterview met Metro sla ik liever even over. 
Mijn manager heeft dat ingepland.

Maar jij kan dat toch weigeren?
Dat bedoel ik dus: ik ben niet egoïstisch genoeg. Ik doe het dan maar.

Je had hier nu liever niet gezeten?
Interviews geven vind ik op zich niet heel erg, maar met foto’s en video duurt het allemaal zo lang. Ik heb niets tegen RTL Boulevard, maar ik had niet heel veel zin om een item met ze op te nemen. Daarom ben ik juist blij dat mijn manager alles op één dag had gepland, dan ben ik er vanaf.

Zullen we dan maar snel doorgaan naar de volgende foto?
Hier werd ik wereldkampioen sprint. Ik zag er blijer uit dan ik was. Tijdens de 1.000 meter vloog ik bijna uit de laatste bocht. Ik was graag zonder fouten over de finish gekomen. Tuurlijk was ik wel blij, maar op deze foto lijkt het alsof ik olympisch goud heb gewonnen. Dat gevoel had ik zéker niet.

Ben je wel blij als je een olympische plak verovert?
Geen flauw idee. Ik hoop het.

Wat verwacht je van de Spelen?
Geen idee, het zijn mijn eerste Olympische Spelen, dus dat weet ik niet.

Heb je er wel een beetje zin in of…?
Jawel. Tenminste. Nou ja. Nee, eigenlijk heb ik er helemaal geen zin in. Je moet daar zó goed zijn. Het is een wedstrijd die maar een keer in de vier jaar wordt gehouden, dus je wilt geen rotrace rijden. Ik weet niet wat dat met mij gaat doen, daarom heb ik er niet heel veel zin in.

Ik heb nog nooit een sporter horen zeggen dat hij geen zin heeft in de Olympische Spelen. Het is toch het hoogst haalbare?
Het is waarschijnlijk een mooie ervaring, omdat het heel groots is. Daar heb ik wel zin in. Maar de race zelf… Die druk, die spanning. In het olympisch kwalificatietoernooi had ik om dezelfde reden geen zin. Geen enkele schaatser heeft er zin in. Als ze zeggen van wel, dan liegen ze. Met al die druk zit je gewoon niet in een fijne positie. Maar als het lukt, dan is het natuurlijk wel geweldig. De weg ernaartoe is gewoon zwaar. Killing. Wat dat betreft vind ik het wel lekker dat ik in de aanloop naar de Spelen geblesseerd ben geweest. Mensen hebben mij niet veel zien rijden en weten niet wat ik kan. Die rol van de underdog bevalt me wel. Ze denken dat ik niet zo heel veel kan, maar ik weet dat ik dat wel kan.

Als je een medaille wint ga je wel tevreden terug naar Nederland?
Tuurlijk!

Nou, tuurlijk? Als ik naar jou luister is dat niet heel erg vanzelfsprekend.
Een medaille is een medaille. En ik hoop natuurlijk op een gouden plak. Ik ben niet in Zuid-Korea om vakantie te vieren.

We speelden ook Metro’s olympische Zuid-Korea-quiz met Kai Verbij en we krijgen ‘ruzie’ over acht uur later of vroeger…

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.