Amarins de Boer
Amarins de Boer Nieuws 2 nov 2017
Leestijd: 4 minuten

‘Emancipatie in Nederland gaat niet vanzelf’

Een wereldranglijst waar je liever niet op wil dalen, is de ranglijst voor gelijkheid tussen man en vrouw. Toch is Nederland op die lijst dit jaar flink gekelderd. Stonden we een jaar geleden nog op plek 16, dit jaar eindigen we op plek 32. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van het World Economic Forum (WEF).

Hoe kan dat? Wat doen wij verkeerd en hoe kan het dat landen als Rwanda (plek 4) en Nicaragua (plek 6) het zo goed doen?

‘Kijk waar het onderzoek over gaat’

Volgens Ans Merens, emancipatieonderzoeker bij het Sociaal Cultureel Planbureau, is het goed om eerst te kijken welke indicatoren worden meegeteld bij zo’n onderzoek. „Je hebt namelijk ook onderzoeken waarbij het beter uitpakt voor Nederland. Neem bijvoorbeeld de recente Gender Equality Index van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE), daar werd Nederland vierde en doen we het relatief goed in vergelijking met andere Europese lidstaten. Het is dus belangrijk om kritisch te kijken naar de inhoud van zo’n index.”

Bij dit onderzoek werd gekeken naar vier onderdelen, namelijk naar hoe de man-vrouwverhouding eruitziet op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, economische en politieke participatie. Hoe hoog een land bijvoorbeeld scoort op politieke participatie hangt af van de vraag hoeveel vrouwen er in het parlement zitten, hoeveel vrouwelijke ministers het land kent en of er in de afgelopen vijftig jaar een vrouwelijke premier is geweest. „Nu hebben we in Nederland nog nooit een vrouwelijke premier gehad, dus dat haalt onze score al flink naar beneden en verklaart ook waarom Rwanda en Nicaragua zo hoog scoren. Zij hebben de afgelopen jaren wél een vrouwelijke premier gehad.”

Optelsom

Volgens Merens moet je je bovendien afvragen hoeveel een vrouwelijke premier zegt over politieke participatie van vrouwen. „Het gaat immers maar om één persoon. Je zou dan beter kunnen kijken naar het aantal vrouwen dat in de Tweede Kamer zit of minister is.”

Maar tóch is Nederland het afgelopen jaar gedaald van plek 16 naar plek 32. Hoe kan dat dan? Volgens Merens heeft het voor een groot deel te maken met het aantal vrouwen dat in de Tweede Kamer zit. Sinds de verkiezingen in maart is dat nog maar 36 procent, in 2012 was dat nog 40 procent. „Daarnaast zijn andere landen het ook beter gaan doen als het gaat om participatie van vrouwen. Het is dus een optelsom van meerdere factoren.”

‘Zo’n lijst is heel nuttig’

Marysha Molthoff van het College voor de Rechten van de Mens geeft toe dat het lastig is hoe je zo’n ranglijst moet interpreteren, maar ziet ook hoe belangrijk zo’n lijst is. „Het laat zien dat er voor Nederland nog genoeg werk aan de winkel is. In Nederland zijn echt minder vrouwen aanwezig in hoge bestuurlijke functies en daarnaast werken veel vrouwen parttime. Dat zegt iets over de wijze waarop wij onze werk- en zorgtaken verdelen. Het moet logischer worden dat zowel mannen als vrouwen in deeltijd kunnen werken en dat zorgtaken niet alleen bij vrouwen worden neergelegd. Dat vraagt ook iets van werkgevers.”

Op basis van deze lijst kan je niet zeggen dat Nederland echt slechter is gaan presteren op het gebied van emancipatie, zegt Multhoff. „Andere landen kunnen het ook beter zijn gaan doen. Deze lijst betekent dus eerder dat Nederland voor een deel heeft stil gestaan, terwijl andere landen zich zijn blijven ontwikkelen. Het is denk ik belangrijk dat we ons beseffen dat emancipatie niet vanzelf gaat.”

Streefcijfers

Esther de Jong, van kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis Atria, noemt het „zorgwekkend” dat Nederland 16 plekken is gedaald. „Het gaat hier om mensenrechten en die zijn belangrijk voor iedereen.”

Om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen aan te pakken, wil het kennisinstituut dat er gewerkt wordt met streefcijfers voor vrouwen in de politiek en topposities. „Wij hopen dat de huidige regering de man-vrouwverschillen in de politiek en op de arbeidsmarkt gaat aanpakken. Dat er bijvoorbeeld iets wordt gedaan aan zwangerschapsdiscriminatie, want vrouwen met een flexibel arbeidscontract lopen nu nog een grote kans hun baan te verliezen als ze zwanger zijn. Daarnaast moet de loonkloof worden aangepakt. Gemiddeld verdient een man zestien procent meer dan een vrouw. Dat moet anders.”

Klaar met emancipatie?

De Jong is ook verbaasd dat er in de paragraaf in het regeerakkoord dat gaat over emancipatie, het woord ‘vrouw’ niet voorkomt. „Het lijkt alsof er gedacht wordt dat we klaar zijn met de vrouwemancipatie.”

Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft donderdag naar aanleiding van het rapport gezegd de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Nederland aan te willen pakken. Ze vindt dat er geen goed woord te bedenken valt voor het feit dat er nog altijd veel ongelijkheid is qua inkomen.

„Het is positief dat Van Engelshoven hier mee aan de slag gaat", zegt De Jong. „En wij denken graag met haar mee."

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.