Femke van Rooijen
Femke van Rooijen Buitenland 24 apr 2021
Leestijd: 2 minuten

Franse grotbewoners zien na 40 dagen leven in duisternis weer daglicht

Veertig dagen lang leefden vijftien Franse grotbewoners vrijwillig in duisternis. Vandaag zagen ze voor het eerst in maanden weer daglicht. De deelnemers tussen de 27 en 50 jaar kwamen met bleke gezichten, maar in goede gezondheid, naar buiten.

De groep van acht mannen en zeven vrouwen nam deel aan een wetenschappelijk experiment. Ze lieten zich vrijwillig opsluiten in de koele duisternis om te zien hoe ze zouden reageren op de isolatie, uitdagende omstandigheden en de duisternis. Vandaag kwamen de deelnemers na veertig dagen weer naar buiten. Omdat ze de afgelopen maanden constant in de duisternis leefden, droegen ze een speciale bril om hun ogen tegen het daglicht te beschermen.

Geen besef van tijd en ruimte

Reden voor het experiment? Volgens wetenschappers van het Human Adaptation Institute, die het zogenoemde ‘Deep Time’-project leiden, helpt het om beter te begrijpen hoe mensen zich aanpassen aan extreme veranderingen in hun levensomstandigheden en leefomgeving. Het experiment moet laten zien hoe mensen reageren als ze helemaal van de buitenwereld zijn afgesneden, zonder besef van tijd en ruimte. De uitkomsten zouden van belang kunnen zijn voor het aanpassingsvermogen van de mens in het geval van isolatie, zoals bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie.

De deelnemers zaten opgesloten in de grot van Lombrives in het departement Ariège, vlakbij Andorra. Daar moesten ze het doen zonder telefoon en andere communicatiemiddelen. Zelfs een klok was niet aanwezig. Ook hadden ze niet de beschikking over comfort, moesten ze zelf op een fiets elektriciteit opwekken en leefden ze in een constante temperatuur van 12 graden Celsius, met 100 procent luchtvochtigheid.

Grotbewoners aangewezen op biologische klok

De deelnemers werden gedurende de tijd dat ze in de grot leefden continu gemonitord. Wetenschappers volgden hun slaappatronen, sociale interacties en gedragingen via sensoren. Omdat er geen klok aanwezig was, waren de deelnemers aangewezen op hun biologische klok om te weten wanneer ze moesten eten, slapen of wakker worden. Zo telden ze de dagen bijvoorbeeld niet aan de hand van uren, maar in slaapcycli. Toen de deelnemers gisteren voor het eerst weer contact hadden met de wetenschappers, bleek dat veel van hen de verstreken tijd niet goed hadden ingeschat. Ze dachten dat ze zeker nog een week te gaan hadden.

Sommige andere wetenschappers trekken het experiment in twijfel. Ze hebben kritiek op het feit dat er geen controlegroep was om de bevindingen mee te vergelijken.

Man in Spanje opgepakt wegens moedwillig verspreiden coronavirus

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.