Het is écht warmer in de stad dan op het platteland, en dat is reden tot zorg
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2022%2F07%2FANP-452010971.jpg)
De afgelopen dagen is het je vast niet ontgaan: het was bijzonder warm in Nederland. Maar wat je misschien minder hebt gemerkt, is dat die hitte niet overal in het land even intens was. In sommige gebieden kon het zomaar een paar graden warmer zijn dan op andere plekken. Terwijl mensen aan de kust of in een bosrijk gebied misschien nog enigszins verkoeling konden vinden, zaten bewoners van steden vaak midden in de hitte.
Op dinsdag 1 juli en woensdag 2 juli gold zelfs code oranje voor extreme hitte in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. Plaatselijk kon het zelfs ongeveer 38 graden worden. Als je in de stad woont, was de kans dus groot dat het voor jou nog véél warmer was dan voor de mensen die in landelijke gebieden wonen.
Steden zijn warmer dan dorpen
In steden kan het nog een stuk warmer worden dan op het platteland, al zie je dat meestal niet terug in de officiële weersvoorspellingen. Die zijn namelijk vooral gebaseerd op meetpunten buiten de bebouwde kom. Volgens Omroep West kan het temperatuurverschil tussen stad en buitengebied oplopen tot wel 7 tot 10 graden. Dit verschijnsel staat bekend als het stedelijk hitte-eilandeffect, of in het Engels: Urban Heat Island.
Hoe dat komt? In de stad wordt zonlicht veel beter opgenomen door gebouwen, asfalt en beton, en die materialen houden de warmte ook langer vast. Bovendien produceren steden zelf extra warmte, bijvoorbeeld door verkeer, industrie en airco’s. Het KNMI legt uit dat dit effect niet alleen overdag merkbaar is. Ook ’s avonds blijft de warmte in de stenen hangen, waardoor het in steden nog lang benauwd en warm kan aanvoelen, terwijl het buiten de stad al flink is afgekoeld.
Waar is het het heetst?
Als je dus de verkoeling wil opzoeken, is de stad niet de meest ideale plek daarvoor. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag vallen hierin gelijk op. Ook andere grote steden zoals Eindhoven en Utrecht hebben te maken met een flink stedelijk hitte-eiland.
Zelfs binnen één stad, en soms zelfs binnen één wijk, kan het flink verschillen hoe warm het wordt. Dat komt door allerlei factoren, zoals hoeveel mensen er wonen, hoeveel groen er is, het soort gebouwen en of er water in de buurt is. In Rotterdam zie je dat bijvoorbeeld duidelijk terug. Neem bijvoorbeeld industriële gebieden zoals de Maasvlakte, Europoort, Vondelingenplaat en Eemhaven. Daar liggen grote stukken asfalt en beton, wat de warmte goed vasthoudt. Er wonen dan misschien weinig mensen, maar er is wél veel bedrijvigheid en infrastructuur die extra warmte veroorzaakt.
Niet goed voorbereid op hitte
Een andere oorzaak van de steeds heter wordende huizen is dat Nederland eigenlijk nog helemaal niet goed is voorbereid op hitte. Experts waarschuwen dat Nederland niet voorbereid is op steeds extremere temperaturen. Hoe warmer het wordt, hoe meer de leefbaarheid en onze gezondheid onder druk komen te staan. Voor kwetsbare groepen zoals ouderen, zieken en kinderen kan hitte zelfs levensgevaarlijk zijn.
Uit onderzoek blijkt dat warme periodes gepaard gaan met een toename in sterfte. Klimaatonderzoeker Jeroen Kluck van de Hogeschool van Amsterdam benadrukt het belang van groen in de stad. „In de schaduw van een boom kan het wel 15 graden koeler aanvoelen”, zegt hij. Grote stadsparken met bomen en water spelen hierbij een belangrijke rol.
Oplossingen voor verkoeling
Volgens Kluck zou in principe iedereen op maximaal 300 meter van een schaduwplek moeten wonen voor meer verkoeling. Idealiter heeft ook iedere gemeente tussen de 30 en 40 procent schaduwrijk gebied. Volgens de onderzoeker voldoen lang niet alle gemeenten daaraan. Maar: meer schaduw en groen zijn cruciaal voor onze fysieke én mentale gezondheid, vooral omdat de nachten steeds warmer worden.
Om steden tijdens hete dagen leefbaar te houden, zijn groen, water, wind en schaduw belangrijk. Groene plekken en bomen zorgen voor verkoeling: het verdampt vocht, wat de temperatuur merkbaar omlaag brengt. Water helpt vooral om mensen direct af te koelen, bijvoorbeeld met fonteinen of stadsstrandjes, al is het effect kleiner dan bij groen. Maar ook als het gaat om het bouwen van huizen, kan dat beter: „We moeten op een andere manier gaan bouwen”, zegt Kluck. Voorbeelden zijn meer zonwering, betere ventilatie, overstekken en groene gevels en daken. „De meeste huizen zijn nu goed geïsoleerd met grote ramen, wat prettig is in lente en herfst, maar minder in de zomer.”
Groen licht voor nieuw zorgakkoord: wat betekent het voor jou?
Autovakantie gepland staan? ANWB waarschuwt voor grote drukte op deze wegen