Moet de leerplicht uitgebreid worden? Dit zijn de voor- en nadelen
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2024%2F04%2Fcito-toets-basisschool-onderwijssysteem-toetsen-toetscultuur-.jpeg)
In Nederland begint de leerplicht officieel als een kind 5 jaar oud is. Vanaf dat moment móét een kind naar school. Toch starten de meeste kinderen al met school als ze 4 zijn. Dan mag het, maar is het nog niet verplicht. Ouders mogen hun kind dan dus nog thuis houden, bijvoorbeeld voor een extra wenperiode. Maar zou die 4 jaar niet gewoon de standaard moeten zijn?
Demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul, verantwoordelijk voor het basisonderwijs, wil de leerplichtige leeftijd in Nederland verlagen van 5 naar 4 jaar. In een brief aan de Tweede Kamer geeft ze aan dat ze deze stap belangrijk vindt voor de ontwikkeling van jonge kinderen.
Brief Tweede Kamer
Staatssecretaris Mariëlle Paul stuurt de brief omdat ze het belangrijk vindt dat kinderen al vanaf hun 4e meer ontwikkelingskansen krijgen. Ze wijst wel op problemen binnen het Nederlandse onderwijs. Zo benadrukt de VVD-bewindsvrouw het lerarentekort: als de leerplicht wordt vervroegd, komen er meer leerlingen bij en zijn er dus ook meer leraren nodig. Daarnaast noemt ze de lange wachtlijsten in het speciaal onderwijs als zorgpunt.
Op dit moment mogen kinderen vanaf 4 jaar naar de basisschool, maar dat is nog niet verplicht. Ze hoeven dan ook nog niet elke dag aanwezig te zijn. Pas vanaf 5 jaar geldt de leerplicht, en tot het 6e jaar mogen kinderen nog een paar uur per week thuisblijven.
Voor- en nadelen?
De leerplicht gaat nu in bij het 5e levensjaar, omdat een volle schoolweek voor jonge kinderen soms nog te zwaar kan zijn, aldus de Rijksoverheid. Daarom mogen kinderen tot hun 6e maximaal vijf uur per week thuisblijven. Hiervoor is geen speciale toestemming nodig, maar ouders moeten dit wel melden bij het schoolhoofd.
Ongeveer een jaar geleden kwam de staatssecretaris ook al met dit verzoek. De reden daartoe was toen dat Paul leerachterstanden van leerlingen wilde aanpakken, en dan vooral achterstanden die vaak al vroeg in hun schoolcarrière beginnen. „Juist de kleine groep (3 procent) van kleuters die wegblijft, kampt vaak met achterstanden”, zei Paul toen.
Daarom onderzocht de staatssecretaris of kinderen vanaf 4 jaar verplicht naar school zouden moeten gaan. Ook wil ze kijken of kinderen met taalachterstanden kunnen worden verplicht om vanaf 2,5 jaar naar voorschoolse educatie te gaan. Paul vreesde niet voor weerstand bij ouders. „Heel veel ouders zien gelukkig dat hun kinderen erbij gebaat zijn en dat het ook leuk is voor kinderen om vanaf 4 jaar naar school te gaan.”
Kansenongelijkheid
Ook het woord ‘kansenongelijkheid’ wordt vaak genoemd. Staatsecretaris Paul zei daarover: „We hebben het hier vaak over, maar kansengelijkheid begint met kinderen in de gelegenheid stellen om datgene te leren wat ze nodig hebben en niet te beginnen aan hun schooltijd met een enorme achterstand. In plaats van dat ze dan goed uit de startblokken vertrekken, slepen ze dat voortdurend mee.”
De PO-Raad, de sectorvereniging voor primair onderwijs, ziet niet veel in het plan van Paul. Ze zeggen dat op dit moment 97 procent van de 4-jarigen al naar school gaat. Volgens de PO-Raad doet het verlagen van de leerplicht dan ook weinig voor het vergroten van de kansengelijkheid.
Kritiek op plannen
De PO-Raad pleit vooral voor toegankelijke kinderopvang en voorschoolse educatie zonder financiële en administratieve drempels, in plaats van verplichting. Ook de branchevereniging Kinderopvang is niet enthousiast. Directeur Bijlsma zegt hierover: „Liever zien wij dat de minister bij de aanpak van leerachterstanden kijkt naar het grotere plaatje waar kinderen opgroeien. Naar de ouders, de opvoeding en de wijk.”
De brancheorganisatie ziet zelfs liever een verhoging van de leerplicht naar 6 jaar omdat „het kinderbrein dan pas ontvankelijk is voor onderwijs”.
Onderwijs in andere landen
In Nederland zijn er dus zorgen over leerachterstanden bij jonge kinderen; een van de redenen waarom er wordt gekeken naar verlaging van de leerplichtige leeftijd. Hoe zit dat eigenlijk in andere landen? Binnen Europa is Luxemburg het enige land waar kinderen al vanaf 4 jaar oud leerplichtig zijn. In de meeste landen begint de leerplicht pas later.
Zo start de leerplicht in Duitsland en Noorwegen en Denemarken pas op 6-jarige leeftijd. In Engeland, Italië en Spanje is dit bijvoorbeeld 5 jaar. Landen die vaak worden geprezen om hun goede onderwijs, Zweden en Finland, hebben een nog latere leerplicht: daar zijn kinderen pas vanaf 7 jaar leerplichtig. Polen heeft ook een leerplicht die net als in Zweden begint op 7-jarige leeftijd.
Leerplicht in Frankrijk
Frankrijk is een uitzondering in Europa als het gaat om een vroege leerplicht. In Frankrijk is de leerplicht enkele jaren geleden verlaagd van 6 naar 3 jaar. Volgens de toenmalige minister was deze verlaging geen ‘symbolische maatregel’, maar vooral een sociale stap die kinderen uit kansarme gezinnen moet helpen.
De oppositie in het Franse parlement uitte kritiek op deze maatregel, omdat zij vinden dat het de keuzevrijheid van ouders beperkt.
Leerplicht in Zweden
In Zweden zijn kinderen relatief laat leerplichtig. Zo begint de leerplicht op 7-jarige leeftijd omdat het land sterk gelooft in het belang van sociaal-emotionele ontwikkeling en een zorgeloze kindertijd. De Zweedse visie op opvoeding en onderwijs is dat jonge kinderen nog niet klaar zijn voor gestructureerd leren.
Wel is er in Zweden vanaf 1 jaar al toegankelijke kinderopvang en een voorschool. Dit is niet verplicht, maar het wordt wel gestimuleerd en is voor het grootste deel gesubsidieerd. De gedachte is dat kinderen vanaf 7 jaar dan beter voorbereid en gemotiveerd zijn.
Toch latere leerplicht
Maar ook in Zweden verandert dit gedachtegoed: de leerplicht gaat daar in 2028 van 7 naar 6 jaar. De Zweedse regering heeft aangekondigd dat kinderen dan vanaf hun 6e naar de basisschool moeten.
Daarmee komt er een einde aan het huidige systeem waarbij 6-jarigen een verplicht voorbereidend jaar volgen in de zogenaamde förskoleklass, dat meer spelenderwijs is ingericht. Volgens de Zweedse minister van Onderwijs moet het onderwijs ’terug naar de basis’, met extra aandacht voor leren lezen, schrijven en rekenen vanaf jonge leeftijd.
Millennials en Gen Z’ers maken minder schoon en ruziën vaker over schoonmaken
Rokers kosten de zorg minder per persoon: ‘Minder gezonde jaren dan niet-rokers’