Steeds meer paniek bij proefwerken: ‘Moderne ontwikkelingen helpen niet mee’
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2021%2F05%2Fpexels-rodnae-productions-7092464-1-e1621240754179.jpg)
Proefwerken op de planning? Grote kans dat een flink deel van de middelbare scholieren daar knikkende knieën en bibberende handen van krijgt.
Uit een grootschalig onderzoek van Qompas, dat data van ruim 300.000 middelbare scholieren analyseerde, blijkt dat bijna de helft van de havisten en vwo’ers makkelijk in paniek raakt voor moeilijke proefwerken. En dat percentage blijft maar stijgen.
Paniek in de klas
Waar in 2009 nog 27 procent van de scholieren aangaf last te hebben van paniek bij moeilijke toetsen, is dat in 2024 opgelopen tot maar liefst 47 procent. De toename is vooral zichtbaar bij meisjes. Zo zegt 59 procent van de meisjes dat zij makkelijk in paniek raken, tegenover 34 procent van de jongens. En dat verschil is niet nieuw: meisjes blijken structureel gevoeliger voor prestatiedruk dan hun mannelijke klasgenoten.
Voor wie denkt dat dit geleidelijk is gegroeid, is er een opvallende uitschieter: de coronajaren 2020 en 2021. In die periode nam het percentage scholieren met paniekgevoelens plots met vijf procentpunt toe. Sindsdien lijkt het stressniveau wat te zijn gestabiliseerd, maar de trend van toen laat zijn sporen na. De onzekerheid van lockdowns, afstandsonderwijs en gemiste lesstof lijkt jongeren blijvend te beïnvloeden.
Stress buiten de toetsweek
Docent Nederlands Kim Hirdes ziet het ook dagelijks terug op school. „We merken dat leerlingen ontzettend veel toetsen per jaar hebben. Ook buiten toetsweken. Er zijn gigantisch veel piekmomenten en leerlingen hebben geen tijd om bij te komen”, zegt ze. Volgens Hirdes proberen steeds meer scholen daar nu wat aan te doen. „Op veel scholen passen ze nu een maximum aantal proefwerken toe, zodat er minder stressmomenten zijn. Dat is al een verbetering.”
Toetsen zijn volgens haar niet het probleem, maar het continue moeten presteren voor een cijfer. „Veel scholen werpen een kritische blik: wat moet er echt getoetst worden en wat kan er formatief geregeld worden en wat door een praktische opdracht?”
Magisterstress
Een andere boosdoener: cijfersystemen als Magister. Leerlingen én ouders zien hun resultaten verschijnen op momenten dat het niet uitkomt. Bijvoorbeeld tijdens andere toetsen, in het weekend of vlak voor een vakantie. „Dat zorgt voor blijvende stress”, legt Hirdes uit. „Wat kan helpen is: alle cijfers pas na een toetsweek online zetten. Dat gaan ze op steeds meer scholen invoeren.”
Sommige scholen gaan nog verder. „Ze hebben al een test gedaan waarbij ouders geen toegang meer hebben tot cijfers. Want dat zorgt ook voor stress: een appje van je ouder, nog voordat je zelf thuis bent. Ze willen daarmee eigenlijk een beetje terug in de tijd, dat een kind het zelf moet vertellen.”
Hirdes benadrukt het belang van een veilige thuissituatie. „Ik keek nooit naar de cijfers van mijn kinderen op Magister. Ik vind dat het hun verantwoordelijkheid is. Ze moeten zonder angst naar mij toe kunnen komen. Dat draagt ook bij aan de stress: bang zijn dat je ouders boos worden om slechte cijfers.”
Proefwerken van klasgenoten
Niet alleen ouders, ook klasgenoten spelen een rol. Cijfers worden massaal gedeeld in groepsapps en dat verhoogt de druk. „Je wil hetzelfde presteren als je klasgenoten, maar er zullen altijd verschillen blijven”, zegt Hirdes. „Door al die moderne ontwikkelingen zijn leerlingen zich steeds meer bewust van hun cijfers en ervaren ze dus ook meer druk.”
Eerder legden leerlingen aan Metro uit wat prestatiedruk met ze doet.
Tips voor ouders en leerlingen
Voor ouders heeft Hirdes een heldere tip: „Pak je moment en ga in gesprek met je kind. Niet continu, maar kijk samen naar de situatie. Laat je kind de ruimte voelen om zelf naar je toe te komen.”
Voor leerlingen zelf: begin op tijd. „Houd zoveel mogelijk je huiswerk bij, dan heb je al een soort herhaling van de stof. Achterlopen zorgt voor veel stress. Stel vragen, plan pauzemomenten in en blijf van je telefoon af tijdens die pauzes. Die prikkels verstoren het leerproces.”
En als het dan toch misgaat? „Het is heel normaal om alles niet in één keer te weten of te halen. Het is een proces van vallen en opstaan. Zie het als een leermoment. Er komt niemand op school die alles al weet, zelfs docenten leren elke dag bij!”
Het hele onderzoek van Qompas is hier te lezen.
Nederlandse kinderen het gelukkigst, maar met kanttekening: ‘Laat dit een aanmoediging zijn’