Mode-industrie nog nauwelijks begonnen met verplicht recyclen
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2019%2F08%2Fe52acc9b5e953669574dc7220f9aed21.jpg)
Met zo’n 300 miljoen kilo aan afgedankte kleding staat ook in Nederland de mode-industrie op plaats twee van de meest vervuilende industrieën. Sinds 1 januari dit jaar is de industrie zelf verantwoordelijk voor het inzamelen en recyclen van hun producten, maar dat gebeurt nauwelijks.
Volgens de wet Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) moet in 2025 minstens de helft van de kleding die in 2024 is verkocht opnieuw worden gebruikt of gerecycled. De realiteit? Slechts 0,3 procent van al het textiel wordt op dit moment daadwerkelijk hergebruikt.
Strengere regels en toezicht op het recyclen
De wet is niet nieuw: sterker nog, de wet is in juli 2023 al ingegaan, maar bedrijven kregen een overgangsperiode van anderhalf jaar. Vanaf nu moeten zij steeds meer textiel recyclen, met als doel 75 procent te recyclen in 2030. „Als het in dit tempo doorgaat, halen we die doelstelling nooit”, zegt Charles Graft, directeur van textielinzamelaar Sympanie, tegen de NOS.
Volgend jaar wordt de regelgeving nog strenger: producenten moeten dan rapporteren hoeveel kleding ze inzamelen, hergebruiken en recyclen.
Meer textielbakken nodig
Volgens Graft is het tijd voor verandering. Want op dit moment belandt de helft van alle afgedankte kleding in de textielbak. De rest – meer dan honderd miljoen kilo – verdwijnt in de verbrandingsoven.
Graft pleit onder meer voor twee tot drie keer zoveel textielbakken in Nederland, om het recyclen makkelijker te maken. „Er staan nu 10.000 bakken, dat moeten er minstens 20.000 worden. Maar daar is totaal niet over nagedacht.”
Dweilen met de kraan open
Door de opkomst van bedrijven als Shein en Temu voelt het alleen soms als dweilen met de kraan open. „Veel mensen zien kleding daardoor als wegwerpproduct”, ziet Ellen Mensink, directeur van recyclingbedrijf Bright Fiber.
Behalve dat de spullen van Shein en Temu fast fashion zijn, bestaat er ook de kans dat ze niet voldoen aan Europese wetgeving, waarschuwde een expert al vorig jaar. Ze maakte zich zorgen over chemische stoffen in kleding en accessoires die ervoor zorgen dat deze in goede staat blijven tijdens het dragen en wassen.
‘Taak bij de consumenten’
Volgens Chanel Trapman van PR-bureau Mumster ligt er ook een taak bij consumenten. „In winkelstraten domineren goedkope ketens. Mensen moeten niet alleen bewust worden van duurzame alternatieven, maar ze moeten ook makkelijker toegankelijk zijn. Dat is de enige manier om echt iets te veranderen in de modesector.”
Grap Pieter Cobelens richting Wilfred Genee valt niet in de smaak: ‘Niet leuk’
Meiden van tippelzone Keileweg 25 jaar later: ‘Het was mijn tweede huis, ik had niets anders’