Meike van Zandvoort
Meike van Zandvoort Binnenland 30 nov 2021
Leestijd: 5 minuten

Is het normaal om af en toe drugs te gebruiken?

Een maand geleden werd er een nieuwe drug op de Opiumwet gezet: de designerdrug 3-MMC. Ook wel de opvolger van 4-MMC, die in 2012 verboden werd. En nu, negen jaar later, lijkt hetzelfde te gebeuren. De vervanger van 3-MMC staat alweer klaar. Het klinkt een beetje alsof we in herhaling vallen. Is dat ook zo? Metro gaat in een driedelige serie het gesprek aan met deskundigen, experts en ervaringsdeskundigen over het drugsbeleid in Nederland.

In het vorige artikel deelden preventiemanager bij Jellinek Floor van Bakkum en preventiemedewerker bij Novadic-Kentron Alex van Dongen hun kijk op het huidige drugsbeleid. Twee experts op het gebied van drugs en preventie. Vandaag spreekt Metro met Jochem Janssen. Hij is één van de initiatiefnemers van de campagne Normaal over Drugs, maar vooral vader van vijf kinderen.

Campagne Normaal over Drugs

„Laten we normaal doen over drugs.” Dat is het eerste dat je leest als je op de website komt van de campagne #NormaalOverDrugs, die medio november is gelanceerd. Met oneliners als „drugsverbod is geen drugsbeleid”, wil de campagne aandacht vragen voor het huidige Nederlandse drugsbeleid. Hetgeen dat je ook meteen leest op de hoofdpagina: „Het huidige drugsbeleid werkt niet.”

Jochem en Merel Janssen zijn de twee initiatiefnemers van de campagne. Twee humanisten die staan voor kritisch denken en het bespreekbaar maken van bepaalde onderwerpen voor een betere samenleving. Zo ook dit onderwerp. „Wij hebben vijf kinderen en we maken ons heel erg zorgen over het ontkennen van dit controversiële onderwerp, over hoe we het drugsbeleid normaal en realistisch kunnen aanpakken”, vertelt Jochem Janssen. „Het is een onderwerp waar sinds jaar en dag eigenlijk geen normaal gesprek over wordt gevoerd.”

En hoe het nu gaat, dat werkt volgens hem niet. „We leven al veertig jaar met een verbod en het heeft geen zin. Het zorgt ervoor dat je criminaliseert, je brengt het naar de onderwereld en je ontkent de vraag.” Volgens hem is het allerbelangrijkste vraagstuk hier dan ook: „Is het normaal om af en toe drugs te gebruiken? Is dat erg?”

Een harder en repressiever drugsbeleid

Het steeds hardere en repressieve drugsbeleid heeft ons volgens Janssen niks opgeleverd, behalve hoge kosten voor politie en justitie. Intussen zijn drugs goedkoper en makkelijker te krijgen dan ooit. „Misschien moet je dan niet meer gaan criminaliseren. Misschien moet je dan gaan reguleren en zélf de controle erop krijgen”, zegt Janssen. Hoe? In ieder geval niet nog harder en repressiever, zoals het CDA eind november deelt in een nieuwe visie over de Nederlandse drugsaanpak.

Op dit moment krijg je namelijk geen straf als de politie je aanhoudt met bijvoorbeeld één XTC-pil op zak. Dat geldt als een ‘gebruikershoeveelheid’. Dat betekent dat je de drugs waarschijnlijk zelf gaat gebruiken en het niet verkoopt. Maar als het CDA het voor het zeggen had, krijgt iemand die voor het eerst gepakt wordt met harddrugs, meteen een boete. Bij een tweede keer volgt dan een taakstraf. Janssen was geschokt toen hij het nieuws hoorde. „Wij zijn helemaal ontdaan dat je na een strijd van veertig jaar daar nog mee aankomt”, vertelt hij gefrustreerd. „Waar haal je dit anno 2021 nog vandaan? Het is wéér een verlenging van de oorlog tegen drugs.”

En als vader van vijf kinderen, waarvan twee tieners, is dat helemaal niet wat hij wil. „Ik wil geen militaire politie die drugsbendes moet oprollen. Ik wil gewoon goede voorlichting en het er samen over kunnen hebben.”

Een nieuw drugsbeleid

Terug naar het vraagstuk dat Janssen in het begin noemde. „Is er nut voor drugs? Vinden wij dat mensen mogen besluiten om dit zelf te nemen?” Dat is volgens hem de kernvraag van dit onderwerp. „Mag iemand zeggen: ik ga naar een festival, ik neem een pilletje en ik heb de tijd van mijn leven?”, vraagt hij zich hardop af. Dat is volgens Janssen het eerste dat we ons zouden moeten afvragen: mogen we dit zelf besluiten?

„Interessant als je nee zegt, dan zeg je eigenlijk dat een ander niet zelf mag beschikken over zijn levenservaring. Dat moet de CDA nog maar eens uitleggen”, zegt hij. „En ten tweede, als het dan mag, kunnen we kiezen bij welke drugs we ons het veiligst voelen.” De gevaren zouden dan in kaart kunnen worden gebracht. „Laten we ingaan op hoe gevaarlijk iets is en bij welke drugs we welke voorzorgsmaatregelen we moeten nemen.”

Normaal over drugs, normaal erover praten

Het gaat #NormaalOverDrugs er namelijk niet om om alle drugs maar te normaliseren en te legaliseren. Met „normaal over drugs” bedoelen ze letterlijk dat er normaal moet worden gepraat over drugs. „Als je drugs als normale producten beschouwt, kun je ook normale regels stellen.” Want een simpele oplossing is er ook volgens Janssen niet, en dat is waarom de discussie over dit onderwerp op een normale wijze moet worden gevoerd. Op hun website lees je dan ook: „Normaal over drugs betekent dat je drugs behandelt als iets dat mensen willen, iets dat onderdeel is van het menselijk bestaan. Die erkenning is basis.”

Vanuit daar kan er volgens Janssen verandering plaatsvinden. Een verandering die nu nog uit de weg wordt gegaan, die „lef vergt, maar loont”. Hoe het drugsbeleid er volgens hem uit zou moeten zien, is te lezen in het volgende artikel van deze reeks, samen met de visies van Floor van Bakkum en Alex van Dongen. Want Janssen is dan misschien geen expert, hij weet wel waar hij voor staat. Het derde (en laatste) artikel verschijnt morgen.

Drugsbeleid in Nederland: ‘We zitten gevangen in een kat-en-muisspel’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.