Julia Osendarp
Julia Osendarp Binnenland 10 nov 2021
Leestijd: 2 minuten

Gevaccineerde met AstraZeneca heeft minder antistoffen, daarom boosterprik nodig

Vaccineren, vaccineren, vaccineren, dat was de uitweg uit de coronacrisis. Arts-microbioloog Hans Zaaijer, van bloedbank Sanquin, deed onderzoek naar de resultaten van vaccinaties. En wat blijkt? Gevaccineerden met AstraZeneca hebben minder antistoffen, vertelde hij gisteravond bij Op1.

Dat antistoffen ondanks vaccinatie afnemen na een bepaalde periode, klonk al eerder. Zaaijer onderzocht onder de 1400 bloeddonoren van Sanquin wie precies hoeveel antistoffen heeft. Hij ontdekte daar een aantal belangrijke dingen.

Gevaccineerden met AstraZeneca hebben minder antistoffen

Allereerst blijkt dat de periode na vaccinatie uitmaakt. „Hoe langer geleden je gevaccineerd bent, hoe lager de antistoffen zijn”, vertelt de microbioloog. Daarnaast halveert het aantal antistoffen per zes weken. „Dat gaat best snel”, concludeert presentator Tijs van den Brink.

Het groepje 61- tot 65-jarigen hebben de laagste hoeveelheid antistoffen. Dit is de groep gevaccineerden die het AstraZeneca-vaccin kreeg. „Het lijkt dat dat vaccin minder goede antistoffen geeft dan de mRNA-vaccins.” Het Pfizer- en Moderna-vaccin zijn zo’n mRNa-vaccin.

Boosterprik voor Janssen en AstraZeneca

En dat betekent dat die groep een boostervaccin nodig heeft. Ziekenhuis-directeur David Jongen ziet dit ook in zijn ziekenhuis. Onder de groep opgenomen coronapatiënten ziet hij, naast ongevaccineerden, ook de groep 65-plussers die een AstraZeneca-prik kregen. De deskundigen aan de Op1-tafel concluderen dat ook de groep gevaccineerden met de Janssen-prik een booster nodig hebben. In Frankrijk worden gevaccineerde 65-plussers inmiddels verplicht tot een booster als zij hun QR-code willen behouden.

AstraZeneca en Janssen komen de laatste dagen steeds meer in het nieuws als minder succesvolle vaccins. De effectiviteit van Janssen neemt snel af en in Oostenrijk geldt bijvoorbeeld dit vaccin niet voor een geldige QR-code. Ook klonken over beide vaccins geluiden over zeldzame gevallen van stolselvorming in de aderen. Daarbij kan het een verlaagd aantal bloedplaatsjes veroorzaken. Die combinatie kan leiden tot trombose met trombocytopenie syndroom (TTS).

MRNA-vaccins

Dit voorjaar besloot de overheid om vooral Pfizer/BioNTech- en Moderna-vaccins toe te dienen. Wat betreft de bijwerkingen zitten er aan die vaccins minder risico’s verbonden. AstraZeneca wordt al maanden niet meer gebruikt. Janssen is nog wel beschikbaar. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) beschouwt beide vaccins overigens nog wel als veilig.

Wil je de hele uitzending van Op1 bekijken? De aflevering van gisteravond vind je hier.

https://www.metronieuws.nl/televisie/2021/11/wat-horen-we-persconferentie-laatje-oude-maatregelen-open/

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.