Lucette Mascini
Lucette Mascini Binnenland 26 okt 2017
Leestijd: 2 minuten

DNA op pistool verraadt Rotterdamse heroïnedealer

De laatste van vier Rotterdammers die worden verdacht van grootschalig georganiseerde drugshandel vanuit een woontoren in de Wijnbrugstraat, Mustafa G.,  is eindelijk betrapt. Dat bleek woensdag tijdens de pro forma zitting van de rechtbank in Rotterdam waar G. moest voorkomen.

Rondom de Markthal

G., 34 jaar, klein en gedrongen van stuk, zwart stekelhaar en gekleed in jeans en een verschoten zwart jack, zat rustig op zijn stoel tegenover de drie rechters te luisteren naar de officier van justitie. Die zei dat zijn DNA op één van de zeven de pistolen zat die de politie twee jaar geleden samen met een batterij kogels aantrof in de kelder van een luxe appartementencomplex in het centrum van Rotterdam. Dat schakelt Mustafa G. volgens hem aan de grootschalige handel in heroïne en cocaïne vanuit de flat in het populaire gebiedje tegenover de Markthal .

Het onderzoek naar de criminele activiteiten waarvan justitie Mustafa beschuldigt, duurt al twee jaar. In september 2015 ontdekten Rotterdamse politieagenten rode plastic boodschappentassen van Dirk van de Broek met daarin materiaal om hard drugs te versnijden, te verpakken en te stempelen in de berging van de flat aan de Wijnbrugstraat. Ook lagen daar ruim 400 kilo heroïne, 11 gram cocaïne en meer dan drie ton aan cash. G. en zijn drie kompanen huurden de appartementen in de woontoren uitsluitend voor de handel in drugs. Er woonde niemand.

Niet aanwezig

De betrokkenheid van G. bij de harddrugshandel was moeilijk aan te tonen omdat hij er niet was toen de politie de flat enterde. De anderen drie waren er wel. De rechter veroordeelde twee van hen tot zes jaar cel. De derde kreeg 30 maanden omdat hij zich volgens de advocaat zelf bij de politie meldde.

Mustafa G. deed dat niet. Het duurde anderhalf jaar voor de politie hem eindelijk te pakken had. Oorzaak was volgens justitie dat agenten Mustafa moesten volgen en observeren voor ze voldoende bewijs hadden om hem in te rekenen. Ook was hij een tijdje onvindbaar en waren ze bang dat hij een wapen zou trekken waardoor zijn arrestatie meer politie-inzet vereist zou hebben. Maar dat was allemaal niet nodig, volgens zijn advocaat, mr. Bordewijk. „Mustafa zat al die tijd gewoon thuis.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.