Donna van der Kolk
Donna van der Kolk Binnenland 7 jul 2017
Leestijd: 3 minuten

Kijken in de keuken van De IJssalon

De temperatuur stijgt weer naar zomerse waarden en dus is er maar weinig lekkerder dan een verkoelend ijsje. Metro neemt daarom een kijkje bij de bekendste ijszaak van Rotterdam: De IJssalon. Niet om zelf een ijsje te halen (hoewel, nu we er toch zijn…), maar om eens te kijken hoe het er op zo’n zomerse dag aan toe gaat.

„Als we om 11 uur opengaan, komen de eerste mensen al direct binnen”, vertelt bedrijfsleider Dalia (24) als ze omschrijft hoe zo’n dag begint. „Maar voor die tijd zorgen we natuurlijk dat er gecheckt wordt wat er nog staat, het nodige ijs bijgemaakt wordt en alles wordt bijgevuld.”

2000 ijsjes

Dat dat hard nodig is voordat de deuren openen blijkt wel: aan de lopende band wordt er ijs geschept. De rij van een stuk of tien mensen die een ijsje komen bestellen wordt nauwelijks korter. „Er gaan op een mooie dag misschien wel 2000 ijsjes doorheen”, aldus Dalia.

In de keuken, waar de geur van de rumrozijnen voor het Malaga-ijs je tegemoet komt, draaien de vijf ijsmachines dan ook op volle toeren. „Zodra de zon schijnt, weten we: het wordt druk. Die machines gaan dan als een gek. We maken makkelijk tussen de 250 en 300 bakken ijs op een dag en uit één bak gaan gemiddeld zestig bolletjes”, legt ijsmaker Hicham (26) uit terwijl hij cacaopoeder in een van de machines gooit. „Voor het Nutella-ijs, om het wat meer smaak en kleur te geven”, legt hij uit.

„Het mooiste aan dit vak is dat je van een simpele roombasis van alles kunt maken”, vindt ijsmaker Hicham. „Op zomerse dagen gaan de fruitsmaken meestal het hardst.” / Vincent van Dordrecht

Proeven

Niet dat er in de IJssalon zelf 300 bakken doorheen gaan hoor; er wordt ook ijs gemaakt voor leveringen aan andere zaken. „Maar we moeten wel alles proeven.” En met alles bedoelt de ijsmaker álle smaken. „Je moet immers weten wat je maakt om de kwaliteit hoog te houden”, zegt hij. Of hij dan nog wel ijs kan zien? „Ik word er niet snel gek van hoor”, lacht hij. „Het is maar proeven hè, ik eet geen hele bollen. Maar inderdaad, een hoorntje met drie bolletjes zou ik niet zo snel meer nemen.”

Na zoveel proeven is het volgens hem een kwestie van ervaring om te bepalen of de smaak goed is. „En als je twijfelt over bijvoorbeeld het Nutella-ijs, pak je er gewoon een pot Nutella bij om te vergelijken. De smaak is goed als je het hoofdingrediënt echt herkent. Daarom werken we ook alleen met échte producten en niet met smaakversterkers”, licht hij toe terwijl hij de laatste hand legt aan het door de Metro-verslaggever goedgekeurde Nutella-ijs en zich verontschuldigt dat hij ondertussen verder moet met zijn werk.

„Zo aan het eind van de middag, begin van de avond wordt het vaak pas écht druk”, verklaart Dalia.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.