Merel van 't Hooft
Merel van 't Hooft Nieuws 31 mrt 2020
Leestijd: 4 minuten

Waarom hebben Italië en Nederland ruzie?

Italiaanse politici zijn woedend op Nederland. Ze vinden dat onze regering zich onsolidair opstelt in tijden van crisis, vanwege ons verzet tegen de middelen die de EU wil inzetten om zwaar getroffen landen te helpen. Vijf vragen over de kwestie.

1. Wat is er aan de hand?

De coronacrisis treft economieën over de hele wereld. Producties en handel liggen stil, overheden smijten met geld om getroffen burgers en bedrijven te helpen, en niemand geeft meer geld uit – behalve aan boodschappen. Volgens veel experts moeten we ons voorbereiden op een wereldwijde recessie.

Sommige landen, zoals Italië en Spanje, worden echter harder getroffen dan andere, en hebben minder financiële reserves om de economische schade te beperken. Binnen de EU is nu een ruzie ontstaan over hoe we dat gaan oplossen.

2. Wat zijn de mogelijkheden?

Er zijn twee mogelijke manieren om de Zuid-Europese landen hulp te bieden. Eén daarvan is een Europees noodfonds, het ESM (Europese Stabilisatiemechanisme), waar zo’n 400 miljard euro in zit. Het fonds is opgericht in 2012, in navolging van de financiële crisis van 2008, en bedoeld om de EU, en daarmee de euro, stabiel te houden.

De tweede mogelijkheid is wat ingewikkelder, en gaat om Europese obligaties, in dit geval ook wel ‘eurobonds’ of ‘coronabonds’ genoemd. Dat zit zo: een eurobond is een investering die normale burgers of investeerders kunnen doen in de Europese Unie; een soort EU-aandeel dat je kunt kopen. Hierdoor verzamelt de EU geld dat verdeeld kan worden over landen die het nodig hebben. Dat geld is echter een lening, waardoor de EU-schuld omhoog gaat. Het afbetalen van die schuld komt voor rekening van de hele EU, en dus ook van Nederland. Ook zijn Europese obligaties een grote stap naar verdere integratie van de EU.

3. Waarom is Nederland hierop tegen?

Italië, Spanje, en een groot aantal andere EU-landen vinden dat het tijd is voor deze maatregelen. Nederland, Duitsland en een paar andere landen zijn het daar niet mee eens. Zij vinden dat de meer welvarende, noordelijke landen op deze manier opdraaien voor de schulden die de zuidelijke landen hebben opgebouwd. Ze zijn bang dat dit een stap is naar een ‘transfer-unie’, waarin de sterkere landen de zwakkere constant overeind moeten houden.

Mark Rutte wil wel praten over het noodfonds, maar alleen als de strenge criteria die daarbij horen ook worden gehandhaafd. Voorstanders vinden dat die regels in deze tijd juist niet aan de orde zouden moeten zijn.

4. Hoe is de sfeer nu?

Op z’n zachts gezegd bitter. Dinsdag publiceerden twaalf Italiaanse politici een woedende brief in de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung, waarin ze Duitsland oproepen zich niet bij team Nederland te voegen. „De Nederlandse houding getuigt van een gebrek aan ethische waarden en solidariteit”, schrijven ze. „Het is deze solidariteit die ervoor gezorgd heeft dat de helft van de Duitse schulden na de Tweede Wereldoorlog is kwijtgescholden. Lieve Duitse vrienden, maak de juiste keuze.”

Toch zijn er ook Nederlandse politici die de Italianen juist wel willen helpen. Zo zei ChristenUnie-fractievoorzitter Gert-Jan Segers maandagavond in Op1: „Er moet nu een nieuw Marshallplan komen voor Zuid-Europa wat nu zo geteisterd is. Italië is een drama. Dat land ligt in puin. De eerste boodschap zou wat mij betreft zijn: wij gaan jullie helpen.”

Ook D66 schaart zich niet achter de houding van premier Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra. „Nederland is rijk geworden van de EU. Nu in heel Europa banen en inkomens op het spel staan door de #coronacrisis mogen we onze vrienden niet laten stikken. Alleen samen redden we ons hieruit”, zei Rob Jetten vorige week op Twitter.

5. Hoe nu verder?

Beide maatregelen (het ESM noodfonds en de eurobonds) kunnen alleen ingevoerd worden als alle landen in de eurozone unaniem vóór stemmen. Dat lijkt voorlopig dus onwaarschijnlijk. Of de EU zal ophouden te bestaan als het zich nu niet sterk toont, zoals Europarlementariër Carlo Calenda in de open brief schreef, is nog maar de vraag, maar gezelliger zal het er in ieder geval niet op worden.

In Italië heerst volgens sommigen inmiddels een behoorlijk anti-Nederland-sentiment, en de Italiaanse voorzitter van het Europese Parlement, David Sassoli, zei dit weekend in een videoboodschap: „Aan wie moeten de landen die nu nog twijfelen straks bijvoorbeeld hun tulpen verkopen, als de Europese markt niet beschermd wordt?”

De saga wordt dus vervolgd…

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.