Kasper Hermans
Kasper Hermans Nieuws 11 mrt 2020
Leestijd: 4 minuten

‘Biden niet de kandidaat van het hart, maar de ratio’

Voor Joe Biden zag het er een paar weken geleden nog slecht uit. Inmiddels is het speelveld volledig gedraaid en ligt hij in poleposition om Donald Trump uit te dagen als de Democratische presidentskandidaat.

Toch durft Amerikanist Koen Petersen niet te zeggen dat het al helemaal beslist is. „Bij een normale kandidaat zou je zeggen ‘ja’, maar Biden is al een meester gebleken in verprutsen van zijn eigen campagnes. Hij is wisselvallig, niet altijd even scherp in zijn antwoorden en maakt blunders. Dus het kan zijn dat hij met een domme uitspraak zijn campagne alsnog ten gronde richt.”

Zijn collega-Amerikakenner Victor Vlam daarentegen ziet het niet meer misgaan. „Biden heeft nu al zoveel gedelegeerden achter zich staan, dat moeilijk wordt voor Sanders om die achterstand nog in te halen. Het wordt steeds duidelijker dat Biden de grootste coalitie binnen de partij heeft opgebouwd.”

Zaaltje met vijftig man

Vlam vermoedt dat dit niet het nieuws is waar Donald Trump op had gehoopt. „Ik denk dat ze het in het Witte Huis liever tegen Sanders dan Biden hadden opgenomen. Biden is de kandidaat die ze daar vreesden vanaf dag één. Dat is ook de reden dat Trump de Oekraïense president Volodymyr Zelensky onder druk heeft gezet om een onderzoek tegen hem te beginnen. Als je kijkt naar de polls, dan is Biden sinds het begin de Democraat die voorstaat als degene die het ‘t beste kan opnemen tegen Trump.” Dat zal ongetwijfeld ook een rol hebben gespeeld voor veel Democraten bij het invullen van het stembiljet de voorbije weken. „Biden is daardoor misschien niet de kandidaat van het hart, maar wel van de ratio. Je ziet dat de Democraten van hem een stuk minder enthousiast worden. Je zag dat Sanders continu duizenden mensen op de been wist te krijgen, terwijl Biden soms met een zaaltje genoegen moest nemen waar vijftig mensen op afkwamen. Trump heeft een hele loyale achterban die hoe dan ook gaat stemmen.”

Toch is Biden volgens Petersen afgelopen weken juist overtuigend. „Het allerbelangrijkste is dat hij de voorbije weken heeft laten zien in bijvoorbeeld South Carolina dat hij groot kan winnen. En dat hij die zwarte achterban, die voor Democraten ongelooflijk belangrijk is, kan mobiliseren. In de zuidelijke plattelandsstaten heeft Trump het de vorige verkiezingen heel goed gedaan, maar nu zie je dat Biden al die staten opveegt, zoals Ohio en Florida. Het is een sterk signaal als Biden daar kan laten zien, dat hij er wint en dus ook Trump kan verslaan. Als zijn achterban gelooft dat hij daar het verschil kan maken, dan zijn ze bereid om ook met slecht weer straks in november naar die stembus te komen.”

Andere situatie

Dat kan volgens Petersen wel eens een groot verschil zijn met vier jaar geleden. „Toen deed Sanders het goed in al die staten, maar hij was uiteindelijk niet de Democratische kandidaat. Twaalf procent van de Sanders-achterban heeft uiteindelijk op Trump gestemd. Er heerste daar veel onvrede waar hij profijt van kon hebben. Dat nu Biden daar al goed scoort, maakt die situatie in die staten compleet anders dan dat het vier jaar geleden het geval was.”

Vlam voorspelt daarom dat Trump er hard ingaat en dat hij de Democratische kiezer wil demotiveren om naar de stembus te komen. „Dat doe je met een hele stevige aanpak. Dat betekent dus dat zijn campagne zal gaan over: Is Joe Biden nog wel mentaal gezond? Is hij niet seniel aan het worden? Dat zijn dingen die je nu al aan hem ziet met versprekingen. Zo wilde hij vorige week zijn vrouw bedanken, maar pakte hij niet haar hand, maar die van zijn zus vast.” In de spaarzame grove uitvallen die Biden heeft – zo schold hij al een paar keer bezoekers op zijn bijeenkomsten uit – ziet Vlam minder problemen. „Dat pruimen mensen wel, Trump is natuurlijk ook iemand die heel hard kan zijn.”

Met het OV

Net als vier jaar geleden dreigt Sanders dus de Democratische voorverkiezingen te verliezen van een gematigde kandidaat. Toch betekent dat niet dat de rest van de verkiezingen ook hetzelfde zal verlopen. „Qua politiek verschillen Biden en Hillary Clinton vrij weinig, maar ik denk dat de persoon een groot verschil maakt”, zegt Petersen. „Biden zit al vijftig jaar in de politiek en dan zou je zeggen: hij is het establishment. Net zoals de Clintons destijds. Alleen het grote verschil is dat mensen zich veel meer kunnen met Biden dan met de Clintons. Biden ging totdat hij vicepresident werd altijd met het openbaar vervoer naar Washington. Hij is echt zo’n bloemkolenjongen die het eten met zijn handen pakt als het nodig is. Terwijl Clinton van gouden borden eet. Het heeft niet met geld te maken, maar met smaak. En de smaak Biden sluit veel meer aan bij de kiezers die Trump in het zadel hebben geholpen. Dat is een parallel met vier jaar geleden. Clinton gaat naar de opera en Trump gaat naar football en eet met zijn vingers uit een KFC-emmer. Dat is een enorm verschil en daarin zit Biden een stuk dichter bij Trump. Dat maakt hem voor Trump zo ongelooflijk gevaarlijk.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.