Iris Hermans
Iris Hermans Nieuws 27 jan 2020
Leestijd: 4 minuten

Vogelparadijs voor stadsvogels (en buurtkatten)

Middagje tuinvogels tellen – of poging tot – met vogelliefhebber Marga van der Schalie tijdens de Nationale Tuinvogeltelling.

Ze pikken allemaal een zaadje/levende meelworm/appeltje mee in de tuin van Marga van der Schalie, iets wat de vogelliefhebster met eigen ogen -en verrekijker- nauwlettend in de gaten houdt. „Het is zo ontspannend om naar te kijken.” Al zijn er ook de buurtkatten die op hun beurt een vogeltje hopen op te pikken, tot haar grote afgrijzen. „Ik vind dat gewoon moord en niet eerlijk, die beesten krijgen genoeg te eten thuis!”

Speeltuin

Samen met Marga, vogeltjesjurk -„nu ik er…"- en verrekijker

In haar tuin in Amsterdam Oost, die zeker voor stadse begrippen reusachtig is, vliegen vogels op en aan. Een groep duiven, een paar halsbandparkieten, een koolmees. Ze vermaken zich opperbest in de boom waaraan allerlei creatieve voedseluitspattingen hangen. Van vetbollen in een vernuftig bakje tot zaad in een koker, bungelend aan een tak. Een kauw -„zo mooi dat zwarte verenpak met die blauwe ogen”- balanceert geroutineerd op één van de twee waslijnen, duiven scharrelen op de grond en pikken alles op was de andere vogels hebben laten vallen. „De stofzuigers van de stad worden ze genoemd.” Een levendige speeltuin, met af en toe een kat die de plezierige onrust komt verstoren, waarna de anders zo vriendelijke Van der Schalie hard op het raam tikt. „Ssssjjhhh… Rotkat!”

Trekvogelwaanzin

Bekt niet alleen lekker, maar is het ook: de pindakaaspaal

Ze schenkt koffie in, terwijl ze bijna onafgebroken naar buiten blijft kijken. „Dat is denk ik een heggenmus, ik pak even m’n kijker erbij.” Ze tuurt en schudt dan het hoofd, ze kan het kleintje niet meer vinden. „Het is soms moeilijk om ze goed in de kijker te krijgen.” De huismus is de laatste jaren gehalveerd in aantal en dat ziet ook zij terug in haar tuin, waar het musjes met trekvogelwaanzin blijken. „Ze vertrekken in de herfst en dan zie ik ze niet meer terug.” Ze heeft hart voor de vogels, en alle andere dieren in haar tuin. Vlak na zonsopkomst doet ze haar rondje en vult alle voederbakjes en smeert haar pindakaaspaal vol met haar speciale melange, die onder meer uit frituurvet en gemalen insecten bestaat. Met een kop koffie nestelt ze zich daarna voor het raam. „Geen dag is hetzelfde”, omschrijft ze het gratis live-entertainment. „Al zijn er altijd de vaste gasten die binnen vijf minuten de bakjes leegpikken.”

speciaal voor de kleine vogeltjes

Ze tekent de gevederde beestjes in woorden vol enthousiasme en treffend uit. „De kraai is een parmantig baasje”, doet ze hem perfect na, met haar schouders hoog opgetrokken. Een echt alfamannetje, beaamt ze. „De andere vogels vliegen meteen weg als hij eraan komt.” De merel is een bescheiden vogeltje, maar laat zich niet omver blazen. Ja, als ze zelf een vogel was, zou ze een mereltje zijn, „en ze zingt zo ongelooflijk mooi, daar word ik nou echt blij van.”

Flesje cider

De Amsterdamse heeft een leven achter zich dat vol verrassingen zat. Ze was secretaresse in haar jonge jaren, sprong op de barricades als Dolle Mina, werd moeder en werkte tot haar pensioen als loodgieter. Regelmatig geeft ze advies als tuinvogelconsulent aan mensen die hun tuin willen vergroenen en ’verdiervriendelijken’, samen met haar man maakt ze graag verre reizen en al is ze de 75 gepasseerd, in haar ogen fonkelt nog altijd een nieuwsgierige glans.

Ze is begaan met de wereld en viert het leven en dat zit ’m in de kleine dingen, zoals haar vrijdagtraktatie die traditie is geworden. „Een vega saucijsje met een lekker flesje cider.” Maar éérst nog een halfuurtje tellen, om dubbelingen te voorkomen, lacht ze. Net als tienduizenden andere Nederlanders doet ze elk jaar mee met de Nationale Tuinvogeltelling van de Vogelbescherming. Al telt ze eigenlijk het hele jaar door, en ze laat een A4’tje zien met daarop alle vogels die ze ooit zag, met turfstreepjes erachter.

De grote vogelvriendin zit er klaar voor. Verrekijker om haar nek, dampende kop koffie voor haar op tafel, potlood in de hand en tellen maar. Een paar minuten later heeft ze nog geen vogel gezien. Geen kip te bekennen in haar vogelparadijs waar het anders altijd spitsuur lijkt. Van der Schalie buigt zich voorover, tuurt door haar verrekijker naar rechts en zucht dan diep. „De buurvrouw is nét nu in de tuin aan het werk en schrikt alle vogels af… Wat een dooie mus!”

De score

Nadat de buurvrouw weg was, heeft Marga van der Schalie opnieuw een halfuur geteld en de resultaten doorgegeven aan de Vogelbescherming. 1 ekster, 2 grote Alexanderparkieten, 1 grote bonte specht, 4 halsbandparkieten, 1 houtduif, 4 kauwen, 3 koolmezen, 2 pimpelmezen, 1 roodborst, 6 spreeuwen, 5 stadsduiven, 4 vinken. „En twee katten die af en toe de boel verstoorden.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.