Amarins de Boer
Amarins de Boer Nieuws 6 dec 2019
Leestijd: 4 minuten

Elfstedentocht: Giet it oait noch oan?

De Elfstedentocht hóórt bij ons land, vindt schrijver Bas Sleeuwenhoek. Maar komt-ie er ooit nog?

Als het moet, kan over 36 uur de Elfstedentocht worden gehouden. Draaiboeken liggen altijd klaar, rayonhoofden staan steevast paraat. Dat zijn de mensen die wakken dichten met plastic, veegauto’s bouwen en geloven in de invloed van de maan op het weer. Ze zijn opgegroeid met ijs en veel strenge winters.

Er is alleen een (kleine) maar: steeds meer van die ‘ijsmeesters’ gaan met pensioen. Als je zeventig bent, moet je stoppen. Reden voor Bas Sleeuwenhoek (52) om de verhalen van deze „markante figuren” op te tekenen. Hij schreef het boek IJsmeester, mannen achter de schermen van de Elfstedentocht.

Strijd

Sleeuwenhoek woont in Schiedam en noemt zichzelf geen schaatsfanaat. Hij vindt „de Elfstedentocht gewoon boeiend”. „Het is een stuk cultuur dat hóórt bij ons land”, vertelt hij. Aan de laatste Tocht van ’97 heeft hij warme herinneringen. Hij woonde toen in Friesland en werkte als journalist voor de Leeuwarder Courant. „Ik zie die mannen nog aankomen, met een helikopter boven hen.” Maar hij zag ook het lijden en afzien. „Sommigen zagen groen van de uitputting.”

Hij noemt de tocht ‘het epos van de eenling’ en maakt de vergelijking met het leven. „Het leven is moeilijk, voor iedereen.” Zelf is hij drie weken geleden zijn moeder verloren. „Nu net dit boek, het is een gekke tijd…” Maar, vervolgt hij, op het ijs zie je diezelfde strijd terug. „Het is een barre tocht en dat boeit ons. En dat heroïsche karakter van de Elfstedentocht moet bewaard blijven.”

Elfstedentocht: Gjit it oait noch oan?
Schaatsers doorkruisen Hindeloopen in 1954.

Vrees

Toch maken sommige kenners zich zorgen; mocht er ooit weer zo’n strenge winter komen. Langebaanschaatser Johan Tigchelaar, hij haalde het kruisje bij de tochten van ’85 en ’86, vertelde Sleeuwenhoek dat hij zich afvraagt of mensen het nog wel aankunnen. „We schaatsen tegenwoordig alleen nog maar in hallen, maar daar heb je geen wind, kou en kluunplaatsen.”

Ook ijsmeesters maken zich ongerust, bijvoorbeeld over het publiek. Toeschouwers zorgden de laatste keren voor een aantal gevaarlijke situaties. In 1986 stonden duizenden mensen bij de start in de Swettehaven van Leeuwarden op het ijs. „Alles is goed gedaan, maar het had ook anders af kunnen lopen”, zegt Sleeuwenhoek. „En nu met social media zal het alleen maar drukker worden.”

En dan, misschien wel het belangrijkst: de kennis om dé tocht te organiseren verdwijnt langzaam. De Elfstedenroute kent 22 rayons, met ieder een rayonhoofd en een assistent. De afgelopen vijf jaar gingen er ongeveer vijftien met pensioen. „Bij de ijsbond geven ze cursussen ‘ijsmeester worden’, maar dan zit je in een lokaal.” De beste manier om te oefenen, is een tocht zelf meemaken. Weten hoe je iemand uit een wak haalt en wat je moet doen als dat midden in een grote plas gebeurt. „Maar er is te weinig oefenmateriaal.”

Temperaturen

Voor een fotosessie voor in het boek kwamen de twintig ijsmeesters die Sleeuwenhoek sprak bij elkaar in het Elfstedenstadje Hindeloopen. „Dat was een bijzonder moment”, vervolgt de auteur. „De meesten van hen geloven dat hij wel weer komt, maar ja, we moeten eerlijk blijven: misschien komt hij er wel nooit meer. De temperaturen stijgen wereldwijd zo snel, afgelopen zomer tikten we die 40 graden aan. De ijsmeesters hebben dat ook gezien. Zij maken zich zorgen: er is iets aan de hand, dit is niet goed.”

Toch houden de meesten hoop. Sleeuwenhoek ook. „Er is wel een hogedrukgebied nodig bij Scandinavië, en dan kan het snel gaan.” De tocht schaatsen hoeft hij niet, dat doet hij al in gedachten. „Dan finish ik altijd.” Hij staat liever aan de kant van de Friese wateren. „In het donker, met dat licht van de helikopter.”

Elfstedentocht: Gjit it oait noch oan?
Foto: Wiebe Leenstra

Maarten van der Weijden op de schaats

Dankzij Maarten van der Weijden heeft de Elfstedentocht een nieuwe dimensie gekregen: de tocht ís te zwemmen. Woensdag maakte de zwemkampioen bekend dat hij volgend jaar de tocht wil organiseren voor BN’ers die hem in estafettevorm willen zwemmen. Sleeuwenhoek vindt dat mooi. „Wat Maarten deed was een gigantische prestatie. Je zag ook dat het veel emoties opriep. Het was een strijd, die hij won. En het was ook nog eens voor het goede doel.” Hij heeft wel een volgende uitdaging voor Van der Weijden: „Wat als hij ‘m nou eens zou schaatsen…”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.