Tosca de Jong
Tosca de Jong Nieuws 9 dec 2019
Leestijd: 4 minuten

Duizenden Nederlandse kinderen groeien op in armoede

Lege broodtrommels en geen geld voor schoenen of een winterjas; duizenden Nederlandse kinderen leven in armoede. Van alle kinderen in Nederland groeit ruim acht procent op in armoede. Het aantal kinderen dat in armoede leeft is niet gestegen, maar ook niet gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. 

Een fiets, sportschoenen en een volle broodtrommel voor op school. Het zijn dingen die elk kind nodig heeft om op een gezonde en sociale manier mee te draaien in de maatschappij. Voor gezinnen die in armoede leven, zijn deze dingen niet vanzelfsprekend. Er leven duizenden kinderen in Nederland die zonder eten naar school gaan, niet kunnen sporten, laat staan met hun familie op vakantie kunnen.

Gezinnen die in deze situatie zitten kunnen een beroep doen bij verschillende hulpinstanties. Het Nationaal Fonds Kinderhulp, dat dit jaar 60 jaar bestaat, is er daar één van. Zij helpen kinderen van 0 tot 21 jaar. Het fonds heeft het aantal aanvragen de afgelopen jaren zien verdubbelen. „Wij komen allerlei schrijnende gevallen tegen. Kinderen die op een dun matrasje op de grond slapen omdat er geen geld is voor een echt bed”, vertelt woordvoerder Irene Boersma. De aanvragen doen de ouders niet zelf, maar lopen via hulpverleners die bij de mensen thuis komen. „Er wordt niet direct en alleen naar het inkomen gekeken, maar naar de hele financiële situatie. Het kan zijn dat iemand op papier ‘genoeg’ verdient, maar dat hij of zij weinig overhoudt door bijvoorbeeld het aflossen van schulden.” De aanvragen kunnen voor de meest uiteenlopende benodigdheden zijn. „Het ene kind heeft een laptop voor school nodig, een ander kind wordt geholpen met een sinterklaascadeautje. Op dit moment zijn er vooral warme kleren nodig, zoals winterjassen. Er zijn kinderen die nog in een dun zomerjasje rondlopen.”

Dagen zonder eten

Boersma benadrukt dat de verdubbeling van het aantal aanvragen een dubbel gevoel oplevert bij het fonds. „We zijn zichtbaarder, maar mensen hebben ons ook steeds meer nodig. En van een hoop mensen weten we het niet eens, want er is ook veel onzichtbare armoede. Mensen die zich schamen voor hun financiële situatie en niet aankloppen bij instanties.”

Schiedammer Koos Vervoort (60) – die dit jaar zijn boek Koos van laaggeletterde tot schrijver uitbracht – weet als geen ander hoe het is om als kind in armoede op te groeien. Hij en zijn zeven broertjes en zusjes hadden regelmatig dagenlang niks te eten. „En met niks, bedoel ik letterlijk niks. Ik weet wat het is om echt honger te hebben. Om drie tot vier dagen geen eten te hebben.” De vader van Vervoort was alcoholist. Daardoor kwam er amper geld binnen in het gezin. „Ik weet nog dat er een stuk karton in mijn schoenen zat omdat ze vol zaten met gaten.”

Ook herinnert Vervoort zich dat één van zijn klasgenootjes altijd een appel op zijn tafeltje had liggen. „Ik moest mijn best doen om deze niet af te pakken.” Vragen om een boterham aan andere kinderen deed de Schiedammer niet, daar was de schaamte te groot voor. „Ik hield me expres stil. Een ander jongetje dat het ook niet breed had werd gepest. Je viel op als er gaten in je kleren zaten, dan was je gelijk asociaal.”

Onzichtbaar

Ingeborg Dijkstra, werkzaam als pedagoog en leerkracht op verschillende scholen in Maastricht, komt in haar werk gezinnen en kinderen tegen die in armoede leven. „Je hebt de zichtbare, maar ook de onzichtbare armoede. Er bestaan gezinnen waarvan je niet gelijk ziet hoe ze leven. Zo komt het voor dat je bij iemand voor de deur staat die op het eerste oog in een normaal rijtjeshuis woont, maar binnen op plastic stoeltjes zit en geen verwarming heeft.”

Volgens Dijkstra is de schaamte groot. En niet alleen bij de ouders, maar ook onder de kinderen. „Er zijn kinderen die op school moeten verzinnen waar ze naar toe op vakantie zijn geweest of welk cadeautje ze voor hun verjaardag hebben gekregen.” Het leven in armoede kan schade opleveren voor zowel de korte als de lange termijn. „Kinderen voelen dat ze er niet bij horen, ze worden buitengesloten omdat ze bijvoorbeeld niet bij een sportclub kunnen. Ook stress komt veel voor. De stress of er wel genoeg eten in huis is.”

Deurtje openen

Omdat de schaamte onder ouders vaak te groot is kun je als familielid, buur, leerkracht of sportcoach proberen een gezin (op weg) te helpen. „Als je ziet dat de broodtrommel van een kind altijd leeg is, probeer het dan bespreekbaar te maken bij de ouders, zodat er een deurtje opengaat. Doe dit alleen niet waar de kinderen bij zijn”, benadrukt Dijkstra.

Vervoort vindt het schrijnend dat er tegenwoordig nog steeds kinderen zijn die niet of nauwelijks te eten hebben. „Ik schaam me gewoon. Er zijn mensen die zich niet met deze gezinnen willen bemoeien omdat ze ‘niet over het kind van een ander gaan’. Een brood kost slechts 99 cent, daar kan een heel gezin van eten.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.