Tim van der Steen
Tim van der Steen Nieuws 4 apr 2019
Leestijd: 4 minuten

Nederlander gebruikt vaker zware pijnstillers

„Ik ben verslavingsgevoelig, dat weet ik inmiddels wel”, vertelt Evana Kuik (29). „Ondanks de dossierkennis, verzekerden dokters mij alsnog dat ik niet verslaafd zou raken aan oxycodon. Toen kreeg ik het medicijn, zoveel als ik wilde.”

Bijna 200.000 Nederlanders gebruiken langdurig zware pijnstillers. Onderzoek van Investico (platform voor onderzoeksjournalistiek), Nieuwsuur en de Groene Amsterdammer wees uit dat het gebruik van zeer zware pijnstillers, ook wel opioïden, in de afgelopen tien jaar zelfs is verdubbeld. Het meest voorgeschreven middel is oxycodon.

Stamceltransplantatie

Bij Evana werd systemische sclerose vastgesteld. „Alles deed pijn, ik kon mezelf uiteindelijk niet meer zelfstandig verzorgen, aankleden of eten. Systemische sclerose is een dodelijke auto-immuunziekte die voornamelijk in het bindweefsel zit.” Daarvoor onderging zij tweeënhalf jaar geleden stamceltransplantatie. Over haar ziekte, en de verslaving aan oxycodon die daarop volgde, vertelt zij bijzonder openhartig.

Na de behandeling was goede begeleiding nodig, hierbij was het essentieel dat eventuele koorts voor de artsen zichtbaar was. Aspirine of paracetamol bijvoorbeeld hadden de koorts ook onderdrukt en waren om die reden geen optie, daarom werd oxycodon voorgeschreven. „Ik weet dat ik verslavingsgevoelig ben”, vervolgt Evana. „Dokters verzekerden mij dat ik niet verslaafd zou raken. Vanaf dat moment kreeg ik het medicijn, eigenlijk zoveel ik wilde.”

Warme deken

Er was geen vastgesteld schema, hoe lang zij het middel zou gebruiken wist Evana niet. Eens in de zoveel weken werd in het ziekenhuis wel gecheckt hoe het ging met haar en de pijn. „Deze ziekte is best zeldzaam, het is ook maar net hoe de transplantatie valt. Zoiets moet dus per patiënt worden bekeken. Op een gegeven moment was ik mij wel ervan bewust dat ik een keer van de oxycodon af moest, maar dat warme dekentje wilde ik liever niet kwijt.”

Dat ze verslaafd was, realiseerde Evana zich pas echt na een tripje Parijs: „Op de terugweg ging ik fysiek echt stuk van de pijn, ik had net te weinig meegenomen. Je weet dan dus ook dat het echt pijn gaat doen als je daadwerkelijk stopt. Dat wilde ik niet, ik vond dat ik al genoeg pijn had gevoeld.”

Intussen wist zij al wel dat haar lichaam genoeg was hersteld, eigenlijk had Evana de medicatie niet meer nodig. „Ik wist dat ze in het ziekenhuis een keer gingen zeggen dat ik er vanaf moest, daarover heb ik het laatste half jaar in spanning gezeten. Uiteindelijk heb ik het middel twee jaar gebruikt.”

Pijn accepteren

Hoewel het voorschrijven van oxycodon bij Evana gerechtvaardigd was om de pijn te bestrijden, schoot de nazorg in haar geval tekort. Dit erkent zij zelf ook. Evana: „We moeten nu niet gaan zeggen dat het helemaal niet meer genomen mag worden, maar er kleven risico’s aan. Daarbij moeten we ook accepteren dat pijn er soms een beetje bijhoort.”

Dit wordt onderstreept door Rob Dijkstra, bestuursvoorzitter van het Nederlands Huisartsen Genootschap. „De groei in het gebruik van opioïden heeft er deels mee te maken dat we pijn minder accepteren tegenwoordig.” Mensen zeggen dat je geen pijn hoeft te hebben, terwijl dit soms gewoon een deel van de klacht is. „Dit brengt wel een verandering teweeg in hoe we met pijnstilling omgaan.”

Vervolgrecept

Dat dit een groot probleem is, erkent ook Bram Bakker, psychiater in de verslavingszorg: „Een chirurg die het voorschrijft na een operatie, gaat er een beetje vanuit dat de patiënt er ook weer mee stopt. Die kan daarna een vervolgrecept halen bij de huisarts. Of bijvoorbeeld online, wie kan googelen, kan eraan komen.”

Met name de drempel om met opioïden te beginnen, moet wat Bakker betreft hoger, al wordt hier volgens Dijkstra al wel aan gewerkt: „De verslavende werking moet niet worden onderschat. Goede vervolgafspraken zijn hierbij essentieel."

Het toenemende gebruik vertelt hem wel dat hier momenteel te weinig sturing in is. „We moeten hier voorzichtiger mee omgaan en niet te makkelijk meegaan in het verzoek van de patiënt.” Hiermee doelt hij erop dat een vervolgrecept altijd door een patiënt moet worden aangevraagd. „Zo’n aanvraag moet zorgvuldig door een arts worden beoordeeld, daar ligt ook een verantwoordelijkheid. Hierbij moet altijd voorop staan wat de patiënt het best helpt. Is dat de pijnbestrijding, afbouwen of juist helemaal stoppen?”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.