Kasper Hermans
Kasper Hermans Nieuws 9 jan 2019
Leestijd: 4 minuten

Waarom gaan Nederlanders niet meer de barricades op?

Studentendemonstraties. Zwarte Piet wel of niet. De gele hesjes. Protesten zie je tegenwoordig overal, al gaan ‘wij Nederlanders’ nog zelden met tienduizenden tegelijk de straat op.

Het beeld dat jarenlang geschetst werd, dat de huidige generatie verwend en lui is en niet meer voor zichzelf opkomt, klopt in ieder geval niet, stelt Jacquelien van Stekelenburg, socioloog aan de Vrije Universiteit. „Er werd aan het begin van de financiële crisis in 2009 net zoveel geprotesteerd als tijdens de roerige jaren zestig.”

Goede oude tijd

Uiteraard zijn er een aantal dingen veranderd ten opzichte van vijftig jaar geleden. „Als mensen demonstreren, is het vaak maar één keer. We zijn steeds minder lid van vakbonden en politieke bewegingen, daardoor ontbreekt de organisatie om een continuïteit in demonstraties te regelen. Juist jongeren worden op andere manieren gemobiliseerd. Bijvoorbeeld via social media of flashmobs.”

Toch lijkt een gemiddeld protest tegenwoordig een stuk kleiner dan een mars van vroeger. Dat is een verwijt dat Carline van Breugel, als voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, ook wel eens te horen krijgt.

„Het klopt dat we inderdaad niet meer 50.000 man op de barricades krijgen, zoals in de jaren ’80. Die goede oude tijd. Maar dat moet je ook in perspectief zien. Met de toegenomen studiedruk en het afschaffen van de basisbeurs kunnen studenten het zich niet meer permitteren om allemaal maar dagenlang de straat op te gaan. Ze kunnen het niet meer veroorloven om college’s te missen en in het weekend zijn ze druk met hun bijbaan om rond te komen.”

500 is veel

Van Breugel denkt dat we de norm voor wat een groot (studenten)protest is, bij moeten stellen. „Als er nu 500 man bij elkaar zijn, dan is dat al genoeg om te zeggen dat het belang heeft en iets te agenderen. En zoiets kan zich ook verder ontwikkelen. Bij ons eigen protest in november stonden er 500 man, een paar weken later bij het protest WO In Actie waren dat er al 2.000.”

Van Stekelenburg ziet nog een andere factor. „Vroeger hadden kranten te maken met beperkte ruimte. Het was lang niet zeker of elk onderwerp de krant van morgen wel zou halen, er was een zekere ‘concurrentiestrijd’ tussen nieuwsartikelen. Protesten moesten of heel groot zijn of er moest iets gebeuren qua geweld. Met de komst van het internet is dit niet langer het geval, online heb je immers alles ruimte.”

Boy- of buycot

„Maar ook het soort protest veranderd. Denk aan bijvoorbeeld political consumerism, een boy- of buycot. Door bijvoorbeeld geen benzine meer te tanken uit Libië, geen producten meer uit China te kopen of alleen nog maar fair trade te winkelen. Als dat vanuit een politiek motief wordt gedaan, dan is dat ook protest”, stelt Van Stekelenburg.

„In Amerika hebben ze een enquête gehouden onder jongeren, waarin tachtig procent aangaf weleens iets wel of niet te kopen uit protest.” Kortom, er moet niet alleen nog gekeken worden naar het aantal mensen dat de straat op gaat. „We moeten meer kijken naar de langdurige effecten: wat doet iemand nou echt?”

Dat herkent Van Breugel. „Er is meer dan dat er op straat gebeurd. Er is de laatste keren enorm veel discussie op gang gekomen en er is ongelooflijk veel opinie geschreven.”

Verder maakt ze ook de politiek een compliment over het feit dat ze lering trekken uit het verleden. „Bij het invoeren van de langstudeerboete dachten de studenten: Wow! Straks moeten we 3.000 euro betalen, we gaan protesteren! Bij het afschaffen van de basisbeurs hebben ze besloten om het pas in te laten gaan bij de generatie daarna. Die zaten toen allemaal op de middelbare school en veel van hen waren nog helemaal niet bezig met studeren. Er werd wel enorm veel over gesproken, maar de echte protesten bleven uit.”

Kruisrakketten

Nederland kent een minder sterke mobilisatietraditie dan bijvoorbeeld Frankrijk, België en Zuid-Europese landen. In deze landen gaan mensen meermaals per jaar met duizenden de straat op om hun ongenoegen te uiten. Toch zijn ook in Nederland grote demonstraties geweest. Hiervoor moeten we alleen wel terug naar de vorige eeuw.

Nog nooit kwamen er in ons land zoveel mensen op de been voor één demonstratie als op 29 oktober 1983. Door het initiatief van het Komitee Kruisraketten Nee waren er maar liefst 550.000 betogers op de been op het Malieveld in Den Haag om te protesteren tegen de plannen van de NAVO om kruisraketten en kernwapens in Nederland te stationeren.

Het effect mocht er wezen. Van de vijf landen waar de NAVO de kruisraketten wilde plaatsen, gebeurde dat uiteindelijk alleen in Nederland niet.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.