Redactie Metro Nieuws 17 okt 2018, 16:04

Leestijd: 2 minuten

Minister hield cruciale informatie achter over stint

Uit onderzoek is gebleken dat minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat opzettelijk cruciale informatie over de veiligheid van de stint heeft achtergehouden.

Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van RTL Nieuws, leert dat van Nieuwenhuizen de Tweede Kamer onvolledig informeerde. Dit deed zij door slechts een aantal passages uit een geheim NFI-rapport te delen.

Minder onveilig

Inmiddels is duidelijk geworden dat de stints minder onveilig zijn dan de minister deed voorkomen. Sinds 2 oktober mag na een besluit van de minister geen enkele stint meer de weg op, ondanks dat het potentiële veiligheidsprobleem slechts bij een klein percentage van 3500 stints kan optreden.

Door het verbieden van stints op de weg hebben veel kinderopvangorganisaties problemen met het vervoeren van kinderen, omdat 3500 stints niet mogen rijden.

Geen gehoor

Naast cruciale informatie over de veiligheid van het vervoersmiddel, bestaat er ook twijfel over de zorgvuldigheid van de verslagen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Volgens het rapport van de ILT zou een op hol geslagen stint niet meer tot stilstand kunnen worden gebracht. Hoewel de fabrikant al eerder opmerkte dat dit onjuist was, werd hier geen gehoor aangeven. Nu blijkt dat de fabrikant inderdaad gelijk had.

Het NFI ontdekte dat de snelheid van de stint eenvoudig kan worden teruggebracht naar nul. Wat betekent dat de stint tot stilstand kan worden gebracht door de bestuurder. Deze uitkomst werd door de ILT niet opgenomen in het rapport.

Bevindingen van anderen

Het rapport bevat nog meer onjuistheden. Zo zou er bij 500 stints – waarbij mogelijk een probleem zou kunnen ontstaan door een veer in de gashandel – de veer al vervangen zijn. Verder is het opmerkelijk te noemen dat de ILT zich vooral lijkt te baseren op bevindingen van anderen.

Donderdag dient in Utrecht een kort geding van een kinderopvang in Almere tegen het besluit van de minister, waar het zal draaien om de vraag of van Nieuwenhuizen voldoende rekening heeft gehouden met de kinderopvangorganisaties.