Amarins de Boer
Amarins de Boer Nieuws 30 okt 2018
Leestijd: 6 minuten

Files worden nóg langer, wat kunnen we doen?

Spitsstroken, carpoolen, thuis werken; niks lijkt te helpen aan al het fileleed. Door de economische groei wordt het de komende jaren alleen maar drukker op de weg: tot 2023 kan het reistijdverlies met meer dan een derde toenemen.

Dat staat in een rapport dat minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Wel komt er de komende jaren duizend kilometer extra asfalt bij, maar ook dat kan alle drukte niet aan. Wat kunnen we nog doen?

Rekeningrijden invoeren, zegt verkeersdeskundige Ben Immers resoluut. „Tijdens drukke periodes, dus ‘s ochtends tussen zeven en half negen, en ’s avonds tussen half vijf en zes, kun je automobilisten een kilometerheffing laten betalen. Met een nummerbordherkenning is dat gemakkelijk te regelen.”

Niet regionaal

„Maar goed, politici willen er niet aan beginnen”, verzucht hij. „Ze willen rekeningrijden niet regionaal invoeren. Jammer, want in het buitenland werkt het heel goed. In Stockholm is de verkeersdrukte dankzij rekeningrijden met de helft vermindert.”

Je zou het r-woord volgens Immers zelfs budgetneutraal kunnen maken. „Het geld dat rekeningrijden opbrengt, kan worden besteed aan een betere infrastructuur, verkeersmanagement of gezondheidszorg. Dat is aan de overheid."

De Raad voor leefomgeving en infrastructuur is al wel om. In mei heeft de raad een rapport overhandigd aan de minister en staatssecretaris van Infrastructuur waarin zij adviseren reizen tijdens de spits duurder te maken. „Dat is nodig om de wegen en het spoor in Nederland bereikbaar te houden", zo staat in het rapport.

Socialer

Maar ook zonder rekeningrijden kunnen we volgens Immers met een paar tips al veel leed kunnen besparen. „We moeten veel socialer worden in het verkeer”, benadrukt hij. „Allereerst moeten we tijdens de spits minder inhalen, want een inhalend voertuig neemt de ruimte in van twee voertuigen. Verder moeten we tijdens invoegstroken gebruik maken van de héle oprit. Je dringt daarmee echt niet voor.”

Daarnaast is het belangrijk om zo dicht mogelijk op elkaar te rijden, adviseert Immers. „Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar houd maximaal anderhalf seconde afstand van elkaar. Anders verlies je een stuk van je capaciteit op de weg en dat bevordert de doorstroom niet.”

Files worden nóg langer, wat kunnen we doen?
We moeten de komende jaren rekening houden met meer en langere files. Foto: ANP.

Openbaar vervoer of auto?

Dana Weidemann
Gaat dagelijks met de trein naar het werk

„Shit, het regent, zie ik als ik de deur wil uitstappen. Snel loop ik terug naar binnen om mijn regenpak en een plastic tas te pakken. Ik trek m’n regenpak aan en kijk ondertussen op m’n telefoon. 7.03 uur. Ik moet racen.

Gelukkig woon ik dichtbij het station. Als ik flink doortrap, ben ik er binnen zeven minuten. In de gigantische fietsenstalling op Eindhoven zoek ik een plek. Ik trek m’n regenpak uit en hol naar het perron. Omdat ik in Eindhoven opstap, heb ik altijd een tweezits voor mezelf. Heerlijk.

Ik wil ‘s ochtends zo min mogelijk tijd thuis spenderen. In de trein heb ik immers genoeg tijd om rustig te ontbijten. Meestal gewoon een boterham en thee. Ondertussen lees ik de Metro en check ik het nieuws op mijn telefoon.

Als ik twintig minuten later aankom op Den Bosch, wordt het drukker. Maar ik merk het amper op, want ik ben ondertussen aan mijn nieuwe Netflix-serie Black Mirror begonnen.

Op Utrecht worstel ik me tussen de mensen naar spoor 15: de sprinter richting Veenendaal. Ik hoef maar tot Zeist, dus nog maar tien minuutjes.

Files worden nóg langer, wat kunnen we doen?
Dana Weidemann moet vanaf station Zeist nog twintig minuten fietsen naar haar werk.

Eenmaal op Zeist trek ik opnieuw mijn regenpak aan, want ik moet nog twintig minuten fietsen door het bos. Ik doe mijn oortjes in en zoek ondertussen m’n fiets, want ook op Zeist heb ik er één. Om 8.42 uur stap ik het kantoor binnen. Het is nog rustig. Ik hoor dat er bijna duizend kilometer file staat. Wat is de trein toch fijn.”

Johan van Boven
Gaat dagelijks met de auto naar het werk

„Druppels. Ik weet gelijk hoe laat het is als ik de deur uit stap en naar mijn auto loop. Ook al regent het niet hard, dit kan maar een ding betekenen: het wordt een langzame reis van Rotterdam naar de Metro-redactie in Amsterdam. Om 07.46 uur vertrek ik.

Op de A13 begint de ellende al. Stapvoets tuffen we met z’n allen langs de IKEA richting het matrixbord waarop het aantal minuten vertraging richting de hoofdstad aangegeven staat. ‘60> Badhoevendorp’ zie ik staan. Meer dan een uur vertraging dus.

Op dit soort momenten voel ik me een enorme sukkel. Net als al die andere mensen met wie ik een lange file vorm. Wat zijn we toch een stel schapen, die doen wat de maatschappij van ons verwacht. ’s Ochtends vroeg állemaal tegelijk richting de baas om aan het eind van de middag weer aan te sluiten in de rij met loonslaven. Ik praat mezelf moed in door te zeggen dat er op 10 november weer een trekking van de Staatsloterij is.

Files worden nóg langer, wat kunnen we doen?
„’s Ochtends vroeg állemaal tegelijk richting de baas om aan het eind van de middag weer aan te sluiten in de rij met loonslaven", aldus Johan van Boven.

Ik pendel al jaren tussen Rotterdam en Amsterdam, dus ik ben inmiddels behoorlijk wat gewend als het om fileleed gaat. Ik maak me er tegenwoordig een stuk minder druk om dan vroeger. Al komt er bloed uit mijn oren als ik op de radio hoor dat het de komende jaren alleen nog maar drukker op de weg zal worden, ‘dankzij’ de florerende economie. Het reistijdverlies kan oplopen met 35 procent. Jippie.

Eenmaal op de A4 kom ik volledig tot stilstand. Ik kijk om me heen en zie mensen in hun neus peuteren, met hun telefoon spelen en make-up aanbrengen. Zelf slinger ik een nieuwe podcast-aflevering aan. Het is mijn favoriete manier om de tijd in de file te doden. Soms betrap ik mezelf erop dat ik het jammer vind dat er een keer géén file staat, want thuis kom ik niet aan die podcasts toe.

Wat dat betreft heb ik ‘geluk’ dat de avondspits vanwege het slechte weer waarschijnlijk nog veel dramatischer zal verlopen. Al schuif ik thuis natuurlijk veel liever op tijd aan voor het eten, zodat ik daarna nog even met mijn dochter kan dollen en haar naar bed kan brengen. Inmiddels ben ik bijna op de plaats van bestemming. Het dashboard vertelt me dat het 09.40 uur is. Bijna twee uur onderweg geweest op een traject van 75 kilometer. Wat vreselijk zonde van de tijd.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.