Redactie Metro
Redactie Metro Nieuws 1 mei 2018
Leestijd: 1 minuut

Kinderen wonen minder vaak bij beide ouders

Het komt steeds vaker voor dat ouders uit elkaar gaan. Het percentage vijftienjarigen dat niet meer bij beide ouders woont is in tien jaar met 10 procent gestegen. In 1997 woonden twee van de tien vijftienjarigen niet gezamenlijk met vader en moeder, vorig jaar waren dat er drie van de tien. In verreweg de meeste gevallen was scheiding de oorzaak, bij minder dan 5 procent het overlijden van een van de ouders, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Scheiding meemaken

Volgens het CBS lopen kinderen van ongehuwde ouders een groter risico dat hun ouders uit elkaar gaan dan kinderen van gehuwde ouders. Van de kinderen die aan het begin van 2017 nog met beide, gehuwde ouders woonden, waren bij 1,5 procent eind van het jaar de ouders uit elkaar. Bij kinderen met ongehuwde ouders was dit 3,6 procent.

De kans dat kinderen meemaken dat hun ongehuwde ouders uit elkaar gaan neemt in de eerste jaren na geboorte toe, maar blijft tijdens de basisschoolperiode stabiel. Bij gehuwde ouders stijgt het risico van een echtscheiding tot het zesde levensjaar van het kind, daarna daalt het.

Vijftien jaar

Ouders beslissen tot en met het vijftiende levensjaar van hun kind bij wie het na scheiding gaat wonen. Is het kind zestien dan mag het zelf bepalen of het kiest voor vader of moeder. Uit eerder onderzoek van de Universiteit van Utrecht en het CBS blijkt dat 70 procent van de kinderen bij de moeder is gaan wonen.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.