Waarom Brusselse terrorist zo in Nederland kon komen
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2017%2F07%2Fba0b4865c27d6d9cfffea22e4e719da5-1499758637.jpg)
Nederland loopt mogelijk cruciale tips over onder meer terroristen mis, omdat er te weinig personeel bij de politie is. De afgelopen jaren kwamen er tienduizenden tips van politiediensten uit het buitenland binnen, terwijl er niet meer personeel kwam. Dat meldt het AD.
Ibrahim el-Bakraoui wordt in 2015 door Turkije op het vliegtuig naar Nederland gezet. De man, geboren in Brussel, is bij de grens met Syrië opgepakt. Waarschijnlijk wilde hij zich aansluiten bij IS. De Turkse autoriteiten volgen de standaardprocedure: ze sturen El-Bakraoui terug naar Europa, en informeren de overheid dat er een vermoedelijke terrorist onderweg is.
Aanslag in Brussel
El-Bakraoui landt echter niet in België, maar op Schiphol. De Belg zou daar zelf om hebben gevraagd, en Turkije claimt Nederland daarover te hebben getipt. Toch staat er geen arrestatieteam voor El-Bakraoui klaar. De tip is waarschijnlijk blijven liggen; El-Bakraoui reist door naar Brussel en blaast zich in maart 2016 op in de vertrekhal van luchthaven Zaventem in Brussel.
Uit vertrouwelijke documenten van de politie, die het AD in handen heeft, blijkt dat het waarschijnlijk niet de enige tip is die op de plank is blijven liggen. Het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum wordt namelijk overspoeld met tips, en kan ze niet allemaal natrekken. Vijf jaar geleden kwamen er nog 166.000 zogenaamde rechtshulpverzoeken binnen, nu zijn dat er 250.000 per jaar. Het politieteam moet die tips met 150 man onderzoeken, maar stelt zelf ruim 100 man tekort te komen.
Belangrijkste tips
Volgens een bron van het AD bij de politie probeert de dienst de belangrijkste tips er uit te filteren. „Maar of informatie belangrijk is, haal je niet altijd uit het eerste bericht. Dat we niet weten welke informatie we laten liggen, frustreert mensen. Zeker met de zaak-El-Bakraoui in het achterhoofd.”
De leiding van de Landelijke Eenheid, waar het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum onder valt, erkent dat er een probleem is. Volgens de plaatsvervangende eenheidschef wordt er gewerkt „om de processen beter in te richten”. Ook worden de problemen met de ICT-systemen, waar het team ook mee kampt, aangepakt.