Zijn asielzoekers crimineel? Dat valt wel mee
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2015%2F11%2Fb95b767149485b3333545a386a65658c-1446483610.jpg)
In de opvanglocatie in Overberg, Utrecht, ging het tijdens een potje tafelvoetbal in september even goed mis. Een spelletje mondde in het centrum voor alleenstaande minderjarige asielzoekers uit in een ‘massale vechtpartij’ waarbij een tiental mensen betrokken was.
In dezelfde maand maakten in Almere vier bewoners van het plaatselijke AZC zich schuldig aan aanranding. Voor de lokale PVV reden om te pleiten voor een avondklok voor asielzoekers.
Incident?
De komst van een asielzoekerscentrum gaat gepaard met criminaliteit. Het wordt zo vaak herhaald dat het inmiddels bijna een feit lijkt te zijn. Maar de vechtpartij op de Utrechtse jongerenlocatie bleek uiteindelijk een incident, en ook de aanranding in Almere kreeg gelukkig nergens in het land een vervolg.
Premier Mark Rutte bezwoer twee weken geleden tijdens zijn wekelijkse persconferentie dat er weinig incidenten met asielzoekers zijn geweest. Van structurele problemen is al helemaal geen sprake.
Hoewel een recordaantal asielzoekers zich dit jaar al in Nederland meldde, lijkt dit vooralsnog niet tot een golf aan criminaliteit te leiden. „Mensen voelen zich bedreigd en vormen op basis van angst een stereotype”, zegt Arjen Leerkes, socioloog bij de Erasmus Universiteit. „Dat neemt nu de vorm aan van de criminele vreemdeling, maar dat blijkt niet uit onderzoek.”
Vaker verdacht
Officiële cijfers zijn er nog niet, maar onderzoek uit het verleden is er wel. Het laatste grote onderzoek dateert van 2007 en werd onder meer door Leerkes uitgevoerd. Toen bleek dat asielzoekers iets vaker dan gemiddeld in aanraking kwamen met de politie. Het gemiddelde onder de hele Nederlandse bevolking, inclusief ouderen, was 1,5 procent.
Daarbij maakte het wel een verschil of asielzoekers een verblijfsvergunning kregen of niet, en hoe snel dit gebeurde. Van de asielzoekers die toen nog in een asielprocedure zaten, werd 5 procent verdacht van een misdrijf. Onder asielzoekers die al een verblijfsvergunning hadden, lag dit aandeel lager: ruim 3 procent werd verdacht.
Diefstal
Asielzoekers maakten zich in de periode 1996 tot 2004 vooral schuldig aan (winkel)diefstal. Ook valsheid in geschrifte, met reisdocumenten, kwam relatief vaak voor.
Volgens Leerkes is het zeer goed voor te stellen dat de conclusies van toen voor het grootste gedeelte nog steeds gelden. Hij houdt er zelfs rekening mee dat het criminaliteitscijfer zelfs nog iets lager ligt dan toen. „Omdat Syriërs en Eritreeërs meestal snel een verblijfsvergunning krijgen, zou het zelfs zo kunnen zijn dat het criminaliteitscijfer nu nog lager ligt. Hoe meer kansen mensen hebben om deel te nemen aan de maatschappij, hoe minder ze in aanraking komen met de politie.”