Wat betekent het nieuwe pensioenstel voor jou? En nog 5 vragen beantwoord
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2024%2F10%2FANP-471157830.jpg)
Het nieuwe, veelbesproken pensioenstelsel brengt een gros aan veranderingen met zich mee. Metro beantwoordt vijf vragen over dit onderwerp.
Er is jaren overlegd over het nieuwe stelsel. Wat wil je precies weten?
1. Waarom komt er een nieuw pensioenstelsel?
Het oude pensioenstelsel was volgens veel partijen niet meer houdbaar. We hadden een collectief pensioenstelsel dat gericht was op zekerheid. Pensioenfondsen moesten grote buffers hebben en dat kost geld. De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog.
In het oude stelsel bouwde je bovendien aan het eind van je pensioen het meest op. Als je op latere leeftijd werkloos raakte, kon dat grote gevolgen hebben. Het stelsel was te veel gericht op mensen die lang bij dezelfde werkgever werkten, terwijl de arbeidsmarkt veel flexibeler is geworden. Niet alleen switchen we veel vaker van baan, er zijn ook veel meer zelfstandigen bijgekomen.
En dus moest er een nieuw stelsel komen, al ging dat niet zonder slag of stoot. Op 22 december 2022 kwam er een akkoord in de Tweede Kamer, na hier uitvoerig over te hebben gedebatteerd.
2. Hoe werkt het nieuwe pensioenstelsel?
In het nieuwe stelsel blijft iedereen pensioen opbouwen via een zogenoemde premieregeling. De premie wordt, in tegenstelling tot het oude stelsel, voor alle leeftijden gelijk. Dat geld wordt vervolgens belegd. Er wordt nog altijd collectief belegd, maar wel verdeeld over persoonlijke pensioenpotjes.
De premie die een deelnemer betaalt, staat vaak vast, maar de hoogte van je pensioen niet meer. Het pensioen is voortaan alle premie plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd. Hoeveel iemand uiteindelijk krijgt, hangt dus af van de resultaten van de beleggingen. De nieuwe pensioenwet zorgt ervoor dat je precies kunt zien hoeveel vermogen je hebt opgebouwd. Nu is dat nog niet zo bij pensioenfondsen.
Kortom: de uitkeringen gaan meer meebewegen met de economische omstandigheden. Er is dus minder zekerheid, maar daardoor hoeven de buffers ook minder groot te zijn dan in het oude stelsel. De verwachting is daardoor dat de pensioenen in goede economische tijden eerder omhoog kunnen. Bij de drie pensioenfondsen die zijn overgegaan, gingen de pensioenen tussen de 4 en 8 procent omhoog.
Als het slecht gaat met de economie kunnen de pensioenen omlaag. Wel komt er bovenop de individuele spaarpotten een collectieve reservepot, zodat grote schommelingen (enigszins) gedekt kunnen worden.
3. Wat houdt het nieuwe stelsel concreet in voor jou?
De nieuwe regels gaan voor iedereen gelden. Maar hoewel er achter de schermen veel verandert, blijft voor jou ook veel hetzelfde. Je blijft automatisch pensioen opbouwen via je werkgever en hoeft zelf niets te doen voor de overgang van je pensioen. Ook de AOW blijft bestaan, het basispensioen vanuit de overheid.
Werkgevers zijn met vakbonden en ondernemingsraden in gesprek om afspraken te maken over de nieuwe pensioenregeling. Die afspraken publiceren ze uiterlijk dit jaar op de websites van de pensioenuitvoerders. Let op: als je al met pensioen bent, ga je ook over naar het nieuwe pensioenstelsel.
4. Wanneer gaat het nieuwe pensioenstelsel in?
De nieuwe pensioenwet is op 1 juli 2023 ingegaan. Het kost tijd om alle pensioenregelingen aan te passen. Daarom hoeven pas uiterlijk 1 januari 2027 de oude pensioenen te zijn omgezet naar nieuwe pensioenen.
5. Wat is de kritiek?
Het nieuwe pensioenstelsel is zeer omstreden. We schreven al eerder dat onder meer coalitiepartijen NSC, PVV en BBB hun twijfels over dit nieuwe stelsel hebben. Zij vinden dat mensen meer inspraak moeten hebben bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Volgens de partijen is de overstap vol risico’s en onzekerheden.
6. Is het nieuwe pensioenstelsel gevoelig voor beursschommelingen?
Onlangs was er nog zorgen over de pensioenen, die hard geraakt lijken te zijn na de beurscrash (veroorzaakt door de importtarieven van de Amerikaanse president Donald Trump). Maar bestuurder Jos Heuvelman van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelde dat Nederlanders zich geen zorgen hoeven te maken dat hun pensioenen in gevaar komen door de keldering van de aandelenbeurzen.
Pensioenfondsen zijn volgens de toezichthouder bij uitstek langetermijnbeleggers. Hoewel de Nederlandse pensioenen in het nieuwe stelsel nog meer verbonden zijn aan de beleginggingsprestaties van pensioenfondsen, zag Heuvelman geen reden om om af te zien van de ingrijpende pensioenhervormingen die al in gang zijn gezet.
Pensioenfonds ABP zei als belegger op de lange termijn het hoofd koel te houden. „We beleggen twintig tot zestig jaar vooruit en dat geeft een ander perspectief op de politieke en economische actualiteit dan voor beleggers die op korte termijn handelen.”
‘Nederlanders moeten straks langer doorwerken’, dit is waarom
Gebruik je Insta? Dan zit je straks in Meta’s AI, tenzij je bezwaar maakt (en zo doe je dat)