Sander van Rijn
Sander van Rijn Geld & Carrière 23 jul 2021
Leestijd: 3 minuten

Valse start: inkomensongelijkheid al vanaf prille kinderjaren zichtbaar

Uit nieuw Rotterdams onderzoek van de Erasmus School of Economics gepubliceerd in de Volkskrant, blijkt dat kinderen van arme ouders al vroeg achterop raken. Het verschil tussen de kinderen van rijke en arme ouders uit zich onder andere in gewicht, taalontwikkeling en psychische gezondheid. Ook sociale problemen ontstaan veel sneller bij kinderen die opgroeien in armoede.

Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt van 150.000 kinderen geboren tussen 1998 en 2017. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft deze verstrekt aan de onderzoekers, die de gegevens koppelde aan het inkomen van de ouders.

Uit eerder gepubliceerde CBS-cijfers blijkt dat armoede ongezond is. Zo ligt de levensverwachting van mannen uit armere gezinnen met acht jaar lager dan bij mannen uit rijke gezinnen. Bij vrouwen gaat het om zo’n zes jaar verschil. Het Rotterdamse onderzoek is gewijd aan de oorzaken van deze verschillen.

Inkomensongelijkheid al vroeg zichtbaar

Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) stelde vast dat kinderen uit lagere inkomensgroepen op alle vlakken veel lager scoren dan kinderen uit rijke gezinnen. Zij werkten samen met de Rotterdamse onderzoekers en stuitten op verontrustende statistieken. Eén van de conclusies is bijvoorbeeld dat ‘slechts’ 1 op de 10 kinderen van ouders met een gemiddeld jaarinkomen van respectievelijk 250.000 euro, te maken heeft met overgewicht. Bij ouders met een jaarinkomen van 14.000 euro, geldt dit voor 1 op de 4 kinderen.

Volgens Jochen Mierau, hoogleraar gezondheidseconomie in Groningen, komt dit doordat arme mensen ongezonder eten en minder bewegen. Hij zegt in de Volkskrant: „Een kind wordt te dik als het meer calorieën binnenkrijgt dan het verbrandt. Wie moet rondkomen van een laag inkomen en ook nog te kampen heeft met schulden, neemt minder goede beslissingen.” Dat is ook de conclusie van het onderzoek.

Taalontwikkeling

De inkomensongelijkheid is ook terug te zien in de achterstand qua taalontwikkeling. De onderzoekers hebben het ‘Van Wiechenschema’ gehanteerd om te onderzoeken hoe de taalontwikkeling zich verhoudt tot kinderen uit de verschillende inkomensgroepen. Volgens dit schema moeten kinderen van 2 jaar oud minimaal twee woorden kunnen uitspreken die met elkaar samenhangen.

Uit het onderzoek blijkt dat ruim 20 procent van de tweejarigen uit armere gezinnen die ‘zinnetjes’ van twee woorden niet kunnen maken. Bij kinderen uit rijkere gezinnen is dat 6 procent.

Psychische gezondheid en sociale problemen

Waar de taalontwikkeling slechts een deel van het veel grotere probleem illustreert, laat ook het derde onderdeel van het onderzoek niets aan de verbeelding over. Ook op het gebied van de psychische gezondheid scoren kinderen van de armste veel slechter dan de rijke kinderen. Hiervoor hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van het zogeheten Strenght and Difficulties Questionnaire.

Deze vragenlijst is bedoeld om psychische en sociale problemen bij kinderen te signaleren. Er wordt onder andere gevraagd of het kind gehoorzaamt, driftbuit heeft en gemeen doet tegen anderen. Eén van de onderzoekers, is stellig over de uitkomst van dit onderdeel. Hij zegt in de krant: „Zorgelijke scores komen vaker voor in de gezinnen met de laagste inkomens.”

5 procent van de rijkste kinderen behalen een score die wijst op een hoge risico op psychische en sociale klachten. Dat percentage ligt ruim drie keer zo hoog bij de armere kinderen: 18 procent heeft kans op psychische en sociale problemen. Opvoeding is daarin de bepalende factor volgens het onderzoek. Ouders van armere kinderen krijgen te maken met meer stress en angst. Ook zijn ouders vaak harder in hun opvoeding en geven ze minder complimenten.

Oplossingen

De conclusie van dit onderzoek van de Erasmus School of Economics is helder: armere kinderen raken vaker al vroeg in het leven op achterstand door inkomensongelijkheid. Al denken de onderzoekers dat er wel manieren zijn om dit probleem aan te pakken. Jochen Mierau zegt tegen de Volkskrant dat er duidelijke doelen geformuleerd moeten worden en dat bewindvoerders daar ook op moeten worden afgerekend.

Hij vraagt zich af: „Waarom wordt de minister van Volksgezondheid niet op het matje geroepen als de gezondheidsverschillen zijn toegenomen?” Om overgewicht aan te pakken zouden eenvoudige, kleinere ingrepen al een steentje kunnen bijdragen. Zo zeggen de onderzoekers dat watertappunten bij speeltuinen al ervoor kan zorgen dat kinderen meer water drinken. Ook het verwijderen van snoep- en frisdrankautomaten op middelbare scholen zou overgewicht kunnen voorkomen.

De 10 rijkste mensen op aarde hebben nu allen 100 miljard of meer

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.