Merel Driessen
Merel Driessen Geld & Carrière 13 jan 2018
Leestijd: 3 minuten

‘Op het mbo vond ik mijn motivatie’

Drie jaar geleden begon ze aan een hbo-opleiding verpleegkunde. Maar na drie maanden kwam Robin Kikkert (23) erachter dat ze de verkeerde keuze had gemaakt. Verpleegkunde vond ze heel leuk, maar het hbo niet. „Het was niet mijn manier van leren.”

Leren in de praktijk

Robin vertelt dat het praktisch leren altijd al beter bij haar paste. Op de middelbare school haalde ze haar diploma voor de havo. „Daar wordt je geleerd dat je dan naar een hbo-opleiding moet gaan kijken. Het is de logische stap na de middelbare school. Dus dat ben ik ook gaan doen.”

Maar eenmaal op het hbo miste ze de praktijk. Qua niveau zat ze niet verkeerd, het huiswerk kon ze „prima” bijhouden. „Maar het was niet mijn manier van leren. Ik moest in dikke boeken lezen hoe ik mensen moest wassen. Dat wilde ik juist in de praktijk leren.”

Niet een stap terug, maar een stap vooruit

Robin besloot om naar het mbo te gaan. Daarin werd ze erg gesteund door haar oma en haar moeder. „Zij hebben al van jong af aan tegen me gezegd dat ik dat moet doen waar mijn hart ligt. Kennissen en vrienden zeiden tegen me dat het goed van me was dat ik een ‘stapje terug’ deed. Maar voor mij was het juist een stap vooruit. Op het mbo vond ik eindelijk motivatie.”

Donderdag werd bekend dat steeds minder leerlingen naar het vmbo gaan en ouders liever zien dat hun kind havo of vwo gaat doen. Die gedachtegang ziet Robin ook vaak. „De maatschappij ziet het mbo als lager onderwijs en het hbo wordt altijd als een hogere stap gezien. Daar ben ik het niet mee eens. Het is allemaal onderwijs en de een is op praktijk gericht en de ander op theorie. Ik vind het hoog en laag juist heel naar klinken.”

‘Niemand is beter dan een ander’

Daar is Ton Heers, voorzitter van de MBO Raad, het mee eens. „In de huiskamers ontstaat het idee ‘hoe hoger, hoe beter.’ Maar dat is helemaal niet zo. Er is niemand beter dan de ander. Zo veel mensen met een mbo-opleiding hebben zichzelf ontwikkeld tot in de top.”

Het aantal leerlingen op het vmbo neemt dan af, maar Heerts ziet wel steeds meer leerlingen met een havo-diploma naar het mbo komen. „Zij kiezen bewust voor een beroepsgerichte opleiding. Daar moeten wij maatregelen voor treffen. Wat wij te bieden hebben, moet maatwerk zijn en aansluiten bij wat de havisten willen.” Heerts wil ook dat het mbo nog meer van zichzelf laat zien wat zij doet. „Het moet aantrekkelijk blijven. We moeten als het ware nog veel meer uit de kast komen.”

Robin vindt het onzin dat er steeds minder mensen naar het vmbo en mbo gaan. „Het is nergens voor nodig. We hebben alle niveaus nodig in Nederland. Als je kind kapper of bakker wilt worden, dan moet hij of zij dat vooral doen.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.