Arno Gelder
Arno Gelder Entertainment 5 mrt 2023
Leestijd: 9 minuten

Bert Visscher neemt afscheid van onemanshows: ‘Ik dacht: ik zal toch niet met luier het podium op moeten?’

Bert Visscher is momenteel op tournee met zijn show Dat zie je een ander niet doen – een compilatie van zijn grootste succesnummers. De komiek zegt na 2025 de onemanshows vaarwel en gaat zich richten op andere (tv, toneel, muziek) projecten. Metro sprak met 62-jarige druktemaker. „Elke twee jaar een nieuwe show en dat al ruim 40 jaar… Die druk is vreselijk.”

Hij is, als altijd, stuiterend optimistisch en opgeruimd. Misschien nu wel meer dan ooit, want Bert Visscher kreeg onlangs te horen gekregen dat zijn prostaatkanker, die vorig jaar bij hem werd geconstateerd, is bedwongen. De komiek hoeft na een geslaagde operatieve ingreep pas over een jaar terug voor controle.

„Een pak van mijn hart, want je schrikt je natuurlijk de pleuris”, vertelt hij over het moment dat de ziekte bij hem werd geconstateerd. „Op de MRI-scan waren twee vlekjes te zien. Ik ben geen hypochonder, maar toen dacht ik: Visscher, nu ben jij aan de beurt. Nee, er was geen dolle paniek, ik schoot meteen in de verzetsmodus: dit zal mij verdomme niet gebeuren! Je hebt een vrouw en kind, je bent relatief nog jong en geniet nog volop van het leven.”

Bert Visscher op de fiets naar de bestraling

„De fijnste zin van de chirurg in het UMC Groningen was: ‘Het is prostaatkanker, heel vervelend, maar u gaat er niet aan dood.’ Hij twijfelde zelfs of hij überhaupt iets moest ondernemen. Maar gezien de geschiedenis van mijn vader – hij overleed aan een verslonsde prostaatkanker – gaf hij mij het advies het zekere voor het onzekere te nemen. Ik ben nog voor een second opinion naar het Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam gegaan. Daar zeiden ze: het valt allemaal reuze mee, u kunt prima in Groningen worden behandeld. En dus ging ik op gezette tijden op m’n fietsje naar het ziekenhuis voor de bestraling.”

In totaal werd hij vijf keer bestraald. Onderzoek wees na de behandelingen uit dat er geen uitzaaiingen waren. Bert: „Godzijdank. Ik voelde me ook kiplekker. Geen bijwerkingen, geen pijn. Ja, ze gingen op sommige plekken naar binnen dat ik dacht: heb ik daar ook een opening? En tijdens de behandeling schieten er allerlei dingen door je kop: Bert, je zal goddomme straks toch niet met een luier het podium op moeten… Maar ik ben weer geheel de oude.”

Fans leefden intens mee

Zijn grote schare fans leefde intens met hem mee. De reacties, vertelt hij, waren ‘hartverwarmend en hartverscheurend’, al vermoedden sommigen dat hij reeds met één been in zijn graf stond. „’We bidden en huilen met je mee…’ Gelukkig was het niet zo erg. Maar al die mailtjes doen een mens op dat moment goed. Ik heb door de jaren heen een hartstikke fijn publiek opgebouwd.”

Diezelfde hondstrouwe aanhang speelde ook een rol bij de totstandkoming van zijn huidige show, Dat zie je een ander niet doen, een compilatie van zijn succesvolste nummers. Na dertien onemanshows – van Desnoods geblinddoekt op één been (1984-1986) tot Hij wordt vanzelf moe (2017-2021) wil Bert Visscher zich richten op artistieke projecten waarvoor hij de afgelopen veertig jaar dikwijls werd benaderd, maar waartoe altijd de tijd ontbrak.

bert visscher, theater, voorstellingen
Foto: Bertil van Wieren

Bert Visscher: ‘De druk is gigantisch’

Bert: „De druk om elke twee jaar weer met een nieuwe show te komen, is enorm. En na al die jaren slaat nog steeds de paniek toe: ik móét weer een nieuwe voorstelling maken. Ik sta nu 42 jaar op de planken, inclusief mijn tijd bij Cabaret Filter. Nu wil ik ook andere dingen beproeven waarvoor ik nooit tijd heb gehad. Deze voorstelling speel ik tot begin 2025 en dan ga ik wat anders doen. Maar… ik sluit niks uit hoor. Ik kan zomaar een mooi idee krijgen voor weer een soloprogramma.”

Voor zijn, voorlopig, finale voorstelling deed hij zoals gezegd een nadrukkelijk beroep zijn publiek. Welke nummers uit zijn eerdere shows zou hij nog één keer in het theater moeten spelen? Bert: „Ik dacht: laat ik voor de gein nou eens aan mensen vragen wat zij zouden willen zien. Ik verwachtte tien, misschien 20 reacties, maar het werden er honderden, zo niet duizenden. Het internet overstroomde. Van al die suggesties laat ik er zes, zeven in de voorstelling terugkomen, afgewisseld met nieuw werk. Ik was aanvankelijk nog van plan nummers die het destijds niet haalden in deze avond te verwerken. Die hebben het nu – weer – niet gehaald. Ik kreeg ze m’n bek niet uit. Dat heb ik toen kennelijk goed gezien.”

En zo komen de Nationale Vogeltelling, de kook- en bloemschikcursus, zijn traditionele observaties van het tergende fenomeen schoonmoeder en het kamperen voorbij. En vanzelfsprekend onvergetelijke types als de voluptueuze stewardess, de hakkelende Ken (het mannelijke equivalent van Barbie), de Oostblokturnster Svetlana Kokiakova en de besnorde Veteraan voorbij. Die laatste bleek het populairst bij de aanvragers. Het zijn karakters – of hij ze nu zoals in eerdere shows in het circus, op het vliegveld, in de mijnen of op de ijsbaan situeert – die zonder uitzondering de signatuur van de entertainer hebben.

‘Mijn types zijn sukkelaars’

Bert: „Het zijn mensen die grote plannen hebben, die het groots willen aanpakken. Maar van meet af aan gaan ze door voortdurend gebrek aan enige structuur de mist in. Kijk, ik ben veel meer geïnteresseerd in de sukkel die laatste wordt bij de marathon, dan de man die elke dag traint. Mijn types doen erg hun best, maar alle inspanning is gedoemd op een mislukking uit te draaien. En als dat gebeurt, krijgen anderen de schuld. Zo zijn ze.”

Zijn solocarrière begon in 1984, maar daarvoor had Visscher er al een kleinkunstverleden opzitten met de toenmalige cabaretgroep Filter. Hij was de frontman (‘Ik had wel de grootste bek, ja’) en schreef bovendien alle teksten. Die waren niet geheel zonder engagement, zoals de rebelse jaren 70 van de vaderlandse kleinkunst dat voorschreven.

„Als ik daaraan terugdenk: vreselijk. Het ging bijvoorbeeld over Vietnamese bootvluchtelingen. Erg genoeg hoor, maar ik zag mezelf preken en dacht steeds: ‘Dit ben jij niet.’ Niemand hoeft van ene Bert Visscher te Groningen te horen hoe de wereld in elkaar zit. Youp van ‘t Hek, Pieter Derks, Theo Maassen zijn daar véél beter in. Ik voelde me alsof ik oud-Argentijnse gedichten over de Dwaze Moeders voordroeg. In een zwarte coltrui en met de moeilijke blik van een Scandinavische filmactrice.”

Chaos in Italië

Hij ontdekte, toen Filter in 1983 zichzelf ophief en Visscher voor een solobestaan koos, dat hij de man was van een geheel andere boodschap: die van de ongecompliceerde humor en de onbedaarlijke lach. Niet alleen als entertainer op het podium, maar ook bijvoorbeeld als schrijver. Zijn recente werk omvat Dat wordt nooit wat! over zijn beginjaren in de vaderlandse kleinkunst en het vorig jaar verschenen Italianen kunnen niks, waarin hij het schokkende cultuurverschil tussen het Hollandse Calvinisme en de Mediterrane mentaliteit beschrijft. Hij kan het weten: Visscher, zijn echtgenote Pien en hun zoon Mink (17) bezitten er een huis, in de nabijheid van Napels.

Bert: „Het is een ode aan een geweldig land, maar ook een inkijkje in wat er allemaal misgaat met ons huis en in ons dorp. Je moet echt van staal zijn wil je dat allemaal overleven. Voorbeelden? Ach man, schei uit. Een aannemer die uit Italië belt: ‘Meneer Visscher, als u komt is het terras geheel betegeld. De vloer is nog mooier dan het Vaticaan – echt schitterend.’ Pien en ik helemaal blij een week later naar Italië – ligt er niet één tegel. Behalve een laagje teer he-le-maal niks. Z’n oma ging dood, een achternicht was overleden… dat werk.”

„Nog niet zo lang geleden stond ik een muurtje te schilderen. Om vijf uur komt een Italiaanse vriend om een wijntje te drinken in het café. En wat zeg ik, heel Hollands: ‘Ik wil eigenlijk eerst het muurtje af hebben…’ Waarop hij zegt: ‘Hoe lang staat dat muurtje er al? Zo’n 200 jaar? Nou dan, waarom moet dat vanmiddag af?’ En dat is ook wel weer zo. Maar ja, het is soms gekmakend. Ik wilde een raam hebben in een muur van het huis. Met krijt teken ik nog de contouren van de precieze plek. Wat denk je? Ik keer drie weken later terug en het raam zit, inderdaad, aan de andere kant.”

Bert Visscher neemt afscheid

Als Bert Visscher stopt met Dat zie je een ander niet doen is hij 65. Ouderdom heeft nooit vat gekregen op de Groningse spring-in-‘t-veld die zijn vernuftige decors altijd gebruikt als kolossaal klimrek en nog steeds moeiteloos sprintjes trekt van de ene naar de andere kant van het podium. De man ook van het motto ‘Ik breek de zaal tot de grond toe af.’

Toch brengt zijn leeftijd een zekere weemoed met zich mee. „Ik zie er wel tegenop dat Mink straks het huis uit gaat”, bekent hij. „Het is zo’n vrolijke man. Het is altijd gezellig met hem. Als hij zijn eindexamen Atheneum achter de rug heeft neemt hij een tussenjaar. Daarna wil hij Spaans en Spaanse Cultuur studeren. Nee, anders dan zijn vader hoeft hij niet zo nodig het podium op.” Zijn vrouw Pien heeft haar eigen ontwerpbureau, Keet op 11 geheten, in de tuin van de woning van de familie Visscher in Groningen. „Pien ontwerpt en maakt van alles: van kussenslopen met gedichten tot het inrichten van kleedkamers in theaters.”

bert visscher, theater, voorstellingen
Foto: Bertil van Wieren

Honderd keer Carré

Zijn huidige programma brengt Bert Visscher ook naar de Koninklijk Theater Carré, de Amsterdamse kleinkunsttempel waar hij straks voor de honderdste keer optreedt. Dan krijgt hij een plek in de galerij, waar ook andere solisten als Toon Hermans, Youp van ’t Hek en Herman van Veen zich een plaats hebben verworven.

Bert: „Als artiest heb je twijfel en onzekerheden. Ik dacht tijdens corona: hoe moet het als ik straks terugkeer op het podium? De angst was: die Visscher hebben we nu wel gezien. Ik had het er laatst met Jochem Myjer over. Die heeft dat ook. ‘Welnee man, zei ik tegen hem. Zet de zandzakken alvast maar voor de deur. Je gaat weer knallen.’ Mijn tournee is weer stijf uitverkocht, daar ben ik trots op. Maar het gaat niet vanzelf. Laatst sprak in na afloop van de voorstelling een ouder echtpaar. ‘Meneer Visscher, we hebben altijd zo om u moeten lachen… we gaan u missen’ Maar ik ga niet dood hè? Er gaan nog veel leuke dingen met Bert Visscher komen.”

Toen Ik Je Zag over het leven van Antonie Kamerling en Isa Hoes: respectvol, heftig, wonderschoon

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.