Redactie Metro
Redactie Metro Sport 21 feb 2017
Leestijd: 5 minuten

Skiër Maarten Meiners hoopt op Pyeongchang

Reuzenslalommer Maarten Meiners (25) is de enige Nederlandse skiër in de World Cup. De geboren Naardenaar verruilde tweeënhalf jaar geleden Naarden voor het Oostenrijkse Innsbruck om zich volledig op het skiën te focussen. Tussen de trainingen en wedstrijden door behaalde hij zijn bachelor Economie & Bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam.

Je hebt net op het WK in St. Moritz geskied?

Ja dat klopt. Het WK is na de Olympische Spelen voor veel skiërs het belangrijkste evenement, dat een keer in de twee jaar gehouden wordt. Ik kwam dit jaar als de nummer 49 naar beneden in de eerste manche en werd 25ste, dat was een hele goede prestatie. Helaas ging ik in de tweede manche onderuit. Super balen. Ik nam een poortje te direct. Je probeert jezelf nog te redden, maar het gaat supersnel. Dan denk ik wel even ‘shit’.

Hoe ziet jouw jaar eruit?

Ik ben in de winter heel veel onderweg voor trainingen en wedstrijden in Europa. De trainingen vinden meestal plaats in Oostenrijk of Zuid-Duitsland, afhankelijk van de sneeuwomstandigheden. De trainingen op de berg zijn altijd ’s ochtends vroeg, dan zijn de sneeuwcondities het beste. In de zomer staan we wel om 5.00u ’s ochtends al op de gletsjer, omdat later op de dag de sneeuw te zacht wordt. In de winter is dat gelukkig iets later. ’s Middags doen we andere trainingen, van uitfietsen voor herstel tot core stability en snelheidsoefeningen. Bij het skiën moet je heel divers zijn, omdat je snel moet kunnen inspelen op verschillende hellingshoeken en sneeuwomstandigheden. Daarom is het belangrijk dat we ons hele lichaam trainen en snel kunnen anticiperen.

Hoe kun je leven van het skiën?

Ik word ondersteund door het NOC*NSF en de Nederlandse skivereniging. Omdat ik de enige Nederlandse skiër ben op dit niveau, heeft het NOC*NSF een samenwerking met het Duitse team, zodat ik met hen kan trainen en gebruik kan maken van hun faciliteiten. Daarnaast word ik gesponsord door verschillende merken. Prijzengeld is voor mij relatief weinig, omdat ik vooral veel Europa Cup ski, waar het prijzengeld veel minder hoog is.

Moet je goed op je voeding letten?

Ik zorg dat ik zoveel mogelijk goede, gevarieerde voeding binnen krijg. Veel groenten en fruit, genoeg eiwitten. Vanuit de bond krijg ik informatie over voeding, daardoor leer ik hoe ik het zelf moet doen, maar ik moet het dus uiteindelijk wel helemaal zelf doen. Ik vind het soms wel lastig om uit te vinden wat nu echt het beste is voor mij. Er zijn zoveel verschillende theorieën over wat gezonde voeding is. En als je zoals ik veel onderweg bent en vaak afhankelijk bent van de keuken van hotels, kan het best lastig zijn om altijd het beste eruit te kiezen. Vaak neem ik dan ook extra kwark en havervlokken mee, zodat ik in ieder geval zeker weet dat ik iets goeds kan eten.

Wat is je mooiste ski-herinnering?

Vier jaar geleden was het WK in Schladming en werd ik twintigste op de combinatie (een afdaling + slalom). De slalom was in de avond en was een groot spektakel. Boven op de berg was het pikdonker en doodstil, iedereen was supergeconcentreerd, maar dan kom je naar beneden en hoor je vanuit het dal vijftigduizend gillende Oostenrijkers. Het gevoel om daar naar beneden te komen en dan ook nog een mooi resultaat neer te zetten, is fantastisch.

Wat vind je het leukste aan wat je doet?

Ik geniet eigenlijk gewoon dagelijks van het skiën zelf. Van het stap voor stap beter worden. Het optimaliseren van de bocht om steeds sneller te worden. En ik vind het supergaaf om in de bergen te zijn, boven op de berg, op het topje van de wereld. ’s Ochtends de zon boven de berg op zien komen. Prachtig.

Wat is je toekomstdroom?

Om op de Olympische Spelen te staan. Als ik deze vorm doortrek dan is er zeker een kans dat ik volgend jaar in Pyeongchang erbij ben. Maar het is niet makkelijk, het NOC*NSF heeft als eis dat er een reële medaillekans moet zijn. Dat betekent dat ik bij de World Cup-wedstrijden minstens een keer top 8 geskied moet hebben, of twee keer top 16. Ik heb nog tot en met half januari 2018 om dit te realiseren. Maar als ik dat niet red, zie ik voor mezelf ook nog wel een kans in 2022, of zelfs 2026.

Maartens ski-avonturen volgen? Dan kan via Instagram.com/maartenmeiners

5 tips voor skiërs

  • 1. Het is heel belangrijk om goed op je dalski te staan, de ski die naar het dal toegedraaid is dus. Als je dit wil oefenen kun je je bergski af en toe op tillen om te voelen hoe het voelt als al je gewicht op je dalski staat.
  • 2. Wanneer het steiler wordt, gaan veel mensen automatisch een beetje naar achteren hangen, dat is natuurlijke reactie. Maar wanneer je naar achteren hangt wordt het nog moeilijker om controle te behouden. Het is belangrijk dat je je gewicht goed verdeeld en genoeg naar voren hangt, met je schenen tegen de voorkant van je schoen aan komt. Scheendruk noemen we dat. Er moet daarnaast druk op je gehele voetzool zijn, in plaats van alleen op je hakken.
  • 3. Zorg dat je je enkels, knieën en heupen gebogen houdt en je armen in een aanvallende positie. Als je rechtop staat is het veel makkelijker om om te vallen.
  • 4. Houd je ski’s iets smaller dan heupbreedte, maar niet tegen elkaar. Het echte parallel skiën is verleden tijd. Ook hierdoor sta je stabieler.
  • 5. Vertrouw op je eigen kunnen, maar onderschat gevaar niet want dan wordt het gevaarlijk. Kijk altijd goed om je heen, let op andere pistegebruikers, mensen die onder je skiën hebben altijd voorrang want die kunnen jou niet zien. En draag een helm. Voor mij is die zo vanzelfsprekend dat ik hem bijna vergeet. Het grootste gedeelte van de wintersporters draagt nu gelukkig wel een helm, je kunt wel denken, ik val niet, maar een ander kan ook een ongeluk veroorzaken. Neem geen (onnodig) risico.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.