Grafschennis

Zondagmiddag. Tegen de avond Het is rustig op de weg. Alleen wat oudere heren die dertig rijden. Knokige handjes angstig om het stuur geklemd. Met dertig door de welvaartsstaat. Elke maand AOW. Voor iedere AOW’r een auto die weer ingepikt wordt als het bejaardenhuis een feit is.

Ik ben op weg naar een kerkhof. Daar is vannacht weer grafschennis gepleegd. De nacht daarvoor ook trouwens. De nicht van mijn buurvrouw Gré Witje ligt hier begraven en zij, Gré dus, vroeg mij even te kijken of het graf nog ongerept is. De politie heeft geen tijd om de zaak in de gaten te houden.
‘Het is wat in dit land. Niemand deinst nog ergens voor terug en de overheid die er geen reet aan doet. Ik vraag mij af of de overheid weet wat er zich echt in dit land afspeelt. Ik bedoel, met kreten als: ‘we moete de boel bij mekaar houwe en late wij afspreke dat we dit nooit meer doen in dese samelefing,’ kom je niet ver.

Intussen kom ik op het kerkhof aan. Mijn oma ligt hier ook. Die stierf door een hartstilstand. Kwam nog uit de tijd van de A-bom. Zo noemden ze dat in die tijd. A-bom.
Eén letter. Klinkt veel minder dramatisch.. De Bescherming bevolking door de straten met een megafoon op het dak van een bestelbus. En maar roepen:’ Als de sirene gaat, rent u naar de kelder. Als u geen kelder heeft dan onder de keukentafel.’
Wij hebben het hier over een atoombom. Remember Hirochima!
Mijn oma trok bij elk geluid van een sirene haar waterdichte Hema-jas aan. Beschermt ook tegen de straling, zei ze altijd.

De graven liggen netjes naast elkaar. Koopgraven met modieuze grafstenen. Mooie teksten:
“In Christus ontslapen”,
“Toi toi lieve Teun”,
“We’ll meet again”,
“Boven is ook bingo, Leen”.
Verder Engeltjes, duifjes poppetjes uit Sesamstraat.
Weinig God, veel maatjes.
Hier wil ik ook liggen!
Vier graven zijn beschadigd. foto’s weggehaald, bloemperkjes vertrapt.

Ik werk een uur of drie om de boel weer enigszins te herstellen ,waarna ik een biertje drink.
Op weg naar huis, word ik aangehouden door de politie. Controle!.
Mijn biertje is slecht gevallen. Bovendien ben ik mateloos geïrriteerd over de grafschennis. Ik draai mijn raampje open.
’Heeft u gedronken, meneer?,’ vraagt de agent.
‘Wat zegt u, ober?,’ vraag ik, nog steeds geïrriteerd.
Dom uiteraard, de hoogte van de boete zal ik je besparen. ..