Shaggy op stage bij PSV

Shaggy 21 jul 2016

Shaggy op stage bij PSV
Daar sta ik dan. In de regen op mijn badslippers in Eindhoven.
“Ga daar maar even zitten, dan wordt je straks gehaald”, zegt de kantinejuffrouw.
Nerveus laat ik de omgeving op me inwerken. Ik zit in de kantine van De Herdgang, het trainingscomplex van PSV. Na een succesvol seizoen als keeper in het eerste elftal van derde klasser vv Titan in het Drentse Nieuw-Weerdinge ben ik uitgenodigd voor een proeftraining bij PSV. Het is 1998 en ik ben 19 (of net 20) en behoorlijk wereldvreemd. Mijn hele leven heeft zich tot nu toe uitsluitend afgespeeld in de vertrouwde omgeving van Zuid-Oost Drenthe. Voetbal is mijn leven en ik ken alle helden van tv. Ik wacht een half uurtje en zie dan de letterlijk grote Piet Schrijvers op me af komen. “Welkom bij PSV”, zegt hij vriendelijk, “Vandaag gaan we een keeperstraining afwerken om te kijken of je over voldoende kwaliteiten beschikt om je wellicht naar Eindhoven te halen.”
Slik! De Beer van de Meer, Bolle van Zwolle en Lek van PEC is vandaag mijn trainer! Ik wordt gedirigeerd naar een kleedkamer achteraf en samen met de derde en vierde keeper (Wilburt Need en Theo van den Dungen) bereid ik me voor op wat komen gaat. Wilbert en Theo stellen me op mijn gemak en proberen een gesprek met me aan te knopen. Volgens mij lukt het wel aardig en hebben we een klik. Ik kom er achter dat keepers toch vaak dezelfde taal spreken. We vertrekken naar het veld. Het veld dat ik ken van tv. Daar trainen de grote mannen als Luc Nilis, Gilles de Bilde, Ronald Waterreus, Arthur Numan, Wim Jonk, Ernest Faber en André Ooijer altijd. Er is niemand. Het miezert als we beginnen met de warming-up. Mijn leven bestaat naast voetbal op dat moment ook uit uitgaan, hartstikke mooi, maar mijn conditie is dan ook op het niveau van een gemiddelde derde klasser. Niets mis mee, maar wel te matig om al in de warming-up goed mee te kunnen met Wilburt en Theo. We werken een training van ruim anderhalf uur af, waarin alle onderdelen van het keepersvak worden behandeld. Vallen, trappen, vangen, stompen, duiken, springen, sprinten, dribbelen, opstaan en omschakelen. Moe maar voldaan ruimen we de materialen op en gaan we naar de kleedkamer. Ik douche me en neem weer plaats in de kantine. Ik heb genoten. Ik besef me heel goed dat er maar weinig jongens zijn die dit meemaken en die deze kans krijgen. Ik heb gedaan wat ik kon. Meer zat er niet in en het ging naar mijn mening hartstikke goed. Schrijvers komt naar me toe en schuift