Blijvertje of rage

Blijvertje of rage

Ruben Scheeren

Bevlieging, blijvertje, top of flop? Spelletjes die in populariteit stijgen en dalen en spelletjes die door de eeuwen heen verankerd zijn in onze cultuur.
Bijvoorbeeld knikkeren of elastieken, waarbij allerlei kunstige sprongen werden en worden gemaakt.
Rages zijn van alle tijden. Sommige komen weer terug in een andere hoedanigheid.
Wat maakt een rage een rage en wanneer is een rage een rage. Waar ligt het geheim dat het één een top wordt en het andere een flop. Marketing? Reclame?
Alles heeft volgens mij te maken met emotie, beleving en fantasie.
De omschrijving van een rage is onder andere: “een door veel mensen gedeelde belangstelling of bezigheid die na korte tijd voorbij is” Het woord is afgeleid van het Franse woord Rage dat betekent ‘heftige hartstocht voor iets.’
Als kind was ik een groot verzamelaar. Van ansichtkaarten, Pokémonkaarten tot voetbalplaatjes toe. De voetbalplaatjes waren van mijn eigen club. Je kon je eigen club of team bij elkaar sparen door bij de lokale supermarkt je boodschappen te doen. Bij besteding van minimaal 10 euro kreeg je een ‘gratis’ kaartje in een zakje uitgedeeld. Natuurlijk wilde ik dat mijn ouders uitsluitend nog maar naar die supermarkt gingen. Onderling werd geruild en soms kreeg je dubbele plaatjes van vrienden. Anderen spaarde voor mij mee. De rage was een spel, het spel van ‘alles verzamelen wat ervan te verzamelen was.’
Rages worden meestal geïnitieerd maar kunnen ook spontaan ontstaan, bijvoorbeeld een bepaalde haardracht, bekende voetballers als Ronaldo en David Beckham zijn daarvan een goed voorbeeld met ‘het lijntje’. Of vroeger de haarstijl ‘punk’.
Meestal worden rages ontwikkelt voor commerciële doeleinden waar wij als kind geen weet van hebben en in de valkuil van de reclame trappen.
Nu ik ouder word, ben ik mij daar van bewust, maar het blijft leuk, ik ben een gewillig slachtoffer van zogenaamd gratis verkregen rages bij de supermarkt bij besteding van een X-bedrag.
Ze zijn er dus nog steeds, ook nu weer blijven leerlingen op de gang treuzelen. “Binnenkomen, we beginnen!” “Even wachten meneer, ik moet mijn Tamagotchi nog voeden.”
Heel bijzonder, de Tamagotchi is terug als Kamergotchi. Een zogenaamd huisdier dat niet echt leeft. Heel knap nieuw leven ingeblazen door de presentator Arjan Lubach (Lubach op zondag).
Mijn zusje van acht heeft de game gedownload en zorgt voor een ei dat een kunstmatig huisdier wordt. Het moet niet gekker worden, ik doe niet meer mee.