Kiezen

Kijk, ik kan niet kiezen. En dat heb ik het niet over grote, levensbeslissende keuzes, hè, maar gewoon over alledaagse, totaal onbelangrijke keuzes. Waarom ik het allemaal zo verdomd moeilijk vind, weet ik eigenlijk niet. Eerlijk niet. Maakt het me gewoon allemaal niet zoveel uit? Of durf ik geen keuzes te maken?

‘Wil je een patatje of een ijsje?’ vroeg mijn vriendin na een lange strandwandeling.
Ik haalde mijn schouders op, ‘maakt mij niet uit.’
‘Zeg het maar.’
‘Nee, zeg jij het maar, voor mij maakt het echt niet uit. Ik vind allebei lekker.’
‘Maar waar heb je zin in?’
‘Weet ik niet. In allebei wel, eigenlijk.’

En ja, lieve mensen, ook ik vind bovenstaande conversatie doodvermoeiend. Vooral als ik het zo op papier zie. Niet kunnen kiezen is een vreselijke eigenschap. Het is niet “lekker makkelijk”. Het is strontvervelend.

‘Wat wil je eten?’ vroeg ik mijn broertje. ‘Jij bent te gast, dus jij mag kiezen.’
‘Weet ik niet, zus. Het maakt mij eigenlijk niet zoveel uit.’
‘Toch mag je kiezen.’
‘Ja, maar ik weet het niet.’
‘Waar heb je zin in?’
‘Geen idee.’
‘Jezus,’ hoorde ik mijn vriendin roepen. ‘Het is een familiekwaal. Hoezo is het zo moeilijk? Kies gewoon!’

De conclusie die ik naar aanleiding van bovenstaande gesprekken trok, is dat ik beter moet worden in het maken van keuzes. En dus probeerde ik de afgelopen week niet teveel na te denken over de keuzes die ik moest maken. En dat pakte niet altijd even goed uit.

In plaats van vijf minuten lang twijfelen over wat ik aan moest doen, trok ik gewoon wat uit de kast, met als resultaat dat ik iets aanhad wat bestemd was voor een warme lentedag en niet voor de herfstdepressie waar we nu qua weer – en/of mentale toestand – middenin zitten.

Ook dacht ik niet na over wat ik wilde eten, waardoor ik maar wat uit de koelkast plukte, om vervolgens als een boer met kiespijn van mijn pasta te eten, terwijl ik eigenlijk zin had in andijviestamppot.

Dus, nou ja, zoals misschien wel duidelijk is, viel ik van het ene uiterste in het andere. Ik ben nog een beetje op zoek naar balans op het gebied van het maken van keuzes – al zou ik dat eigenlijk op ieder vlak kunnen gebruiken. Dus zojuist heb ik met mezelf afgesproken dat ik wel de tijd mag nemen om ergens over na te denken, maar niet langer dan een bepaalde tijd, afhankelijk van hoe levensbepalend de keuze is.

Nu maar eens nadenken over wat ik ga eten als ontbijt. Ik geef mezelf… 30 seconden.

Go.